De partijen van het Deloitte NK Schaken in Amsterdam zijn dagelijks vanaf 14.30 uur hieronder rechtstreeks te volgen of via de volgende live-pagina’s op deze website:
Aanbevolen voor tablet en telefoon: LiveChess Cloud (DGT)
De partijen van het Deloitte NK Schaken in Amsterdam zijn dagelijks vanaf 14.30 uur hieronder rechtstreeks te volgen of via de volgende live-pagina’s op deze website:
Aanbevolen voor tablet en telefoon: LiveChess Cloud (DGT)
Een paar namen ga ik noemen en weet op voorhand dat daarmee anderen tekort wordt gedaan, zeker weten. Want er zijn gelukkig velen geweest die langdurig hun bijdrage hebben geleverd. Niet alleen wat lesgeven zelf betreft, ook op het punt van vervoer en begeleiding. Zonder de inspanning en hulp van ouders bijvoorbeeld, is jeugdopleiding niet goed denkbaar. Bij ASG heeft An Donker-Tramper zich met ziel en zaligheid meer dan twintig jaar ingezet voor de jeugd. Ook Chris de Vries heeft zijn sporen verdiend op dit punt. Bij OG/SVA gaf Jan Diekmann op zaterdagochtend schaakles. Totdat steeds vaker minder betrokken ouders van vriendjes erachter kwamen dat je daar je kroost, onder het mom van schaken, kon dumpen. De lessen gingen lijken op een aflevering van De Luizenmoeder met Diekmann in de rol van meester Anton. De pionnen vlogen hem om de oren, hij stopte meteen en voorgoed. De goeden leden onder de kwaden… Later heeft Ap Ketting de draad weer opgepakt. Bij De Schaakmaat is dit punt altijd heel goed verzorgd geweest zoals eerder vermeld. Daardoor voelde Schaakstad Apeldoorn minder noodzaak om dit onderwerp blijvend aan te pakken. Het bleef bij een paar pogingen in het begin van de eeuw mede door (te) weinig jeugdleden. De continuïteit van de opleiding was een belangrijke reden voor het opgaan van Schaakmaat in Schaakstad en zal worden voortgezet. Op vrijdagavond verzorgt Frie van Belle momenteel de opleiding voor een tiental kinderen. De rol van SBSA is belangrijk geweest. En Schaakacademie Apeldoorn is heden ten dage actief. Plus de hopelijk positieve impulsen via de Schaakweek Apeldoorn.
In oktober 2022, bijna vier jaar later, telt de club 70 jeugdleden. Via de actieve jeugdcommissie worden de schaaklessen gegeven door meerdere docenten. Het ABKS wordt inmiddels een flink aantal jaren georganiseerd door Chris Doornekamp. Alle informatie met betrekking tot de jeugd is te raadplegen via de website van de jeugdafdeling.
Sinds 1950 is dat zo geregeld, met die titels. Tot dan waren er natuurlijk ook grootmeesters, op basis van algemeen erkende prestaties. In 1950 benoemde de FIDE vijftien actieve schakers officieel tot grootmeester, onder wie Euwe. Plus twaalf man op grond van hun prestaties uit het verleden. Die 27 waren per augustus 2018 uitgegroeid tot ruim 1600 waaronder 37 dames. Alle inactieven inbegrepen, een titel geldt voor het leven. Er zijn zoveel grootmeesters dat je het woord ‘inflatie’ wel eens hoort, voornamelijk uit de mond van niet-grootmeesters… Nederland telde toen 35 GM’s inclusief de enige dame Zhaoqin Peng en 92 IM’s waarbij Tea Lanchava de dames vertegenwoordigt.
En van Apeldoornse oorsprong? Arthur van de Oudeweetering (2003), Merijn van Delft (2004), Stefan Kuipers (2012), Thomas Beerdsen (2017) en Nico Zwirs (2019) zijn IM. Om uit te komen bij de enige Grandmaster1, de titel hem verleend in maart 2012: Roeland Pruijssers.
1 In 2007 wordt Jacques Kuiper GM bij de correspondentieschakers.
Erg creatief, sommige namen. Op het hoogtepunt werd gespeeld in zes groepen en ingaande 1973 met vier- in plaats van vijftallen (dus meer micro…). In 1977 won het eental Zevenhuizen met 17½ uit 20, buiten mededinging, de club bestond uit Frans Henneberke solo. Handig zo’n club, met vlotte ledenvergaderingen lijkt me. Hij speelde kloksimultaan en Diekmann was wel in voor dit eenmalige experiment. Alles opgeteld zijn in de loop der jaren zeker 100 verschillende teams actief geweest, want er deden ook tweede tot zelfs zesde teams mee. Daarnaast was er deelname aan het populaire Korenmolentoernooi in Eerbeek plus natuurlijk de KNSB- en OSBO-competities. Kortom, er werd op grote schaal geschaakt in Apeldoorn en omstreken. De plaatselijke betrokkenheid werd extra versterkt door het organiseren van verschillende kampioenschappen. Het ABKS kende jarenlang een deelname van 30 à 40 scholen, vanaf het begin met De Schaakmaat in de organisatie en in 2018 nog steeds door hen ‘mede mogelijk gemaakt.’ Aan deze 41e editie deden zeventien scholen mee. Het toernooi OAJK (Open Apeldoornse Jeugdschaak Kampioenschappen) vond in 2018 voor de 39e keer plaats, logischerwijs tijdens de laatste twee dagen van de voorjaarsvakantie. Sinds 2015 op de tweede dag gecombineerd met het Open NK voor speciale doelgroepen en als officieel NK erkend door de KNSB. Beide toernooien worden financieel gesteund door Maatschap Pruijssers, de OAJK sinds 2010 en met organisatorische steun van beide Apeldoornse schaakverenigingen.
In oktober 2000 kende de gemeente Apeldoorn nog ongeveer vijfentwintig schoolschaakclubs en acht verenigingen: ASG, VDS Beekbergen, SVA, De Schaakmaat, SV Ugchelen, Vrouw en Paard, De Touwladder en De Schakel. De laatste twee voor jeugdleden met als bijzonderheid dat De Wingerd (de eerste speellocatie van De Schaakmaat) na opheffing in 1991 is opgegaan in De Schakel. De combinatie van ASG en SVA deed mee aan de landelijke competitie als Schaakstad Apeldoorn.
Begin 2019 is de situatie vijf schoolschaakclubs waaronder De Schakel en twee verenigingen: Schaakstad Apeldoorn (met 136 leden) en VDS Beekbergen1. Plus Schaken Overdag op maandagmiddag en donderdagochtend. En daarmee houdt het op, vrees ik. Van één andere besloten activiteit ben ik zeker, misschien zijn er meer. Om met dat donker wordende lichtpuntje af te sluiten: in de allereerste speellocatie van ASG wordt nog steeds geschaakt, in de sociëteit! Hoewel, tijdelijk even ergens anders wegens verbouwingswerkzaamheden. Eind 2019 weer wel, is de bedoeling, door de interne club De Schutterkoning met momenteel zes leden waarvan de jongste bijna tachtig is. Natuurlijk verloop zorgde voor een afname, van circa twaalf man naar het tegenwoordige aantal, geen toename. Old soldiers never die, they simply fade away totdat niemand meer over is. De algemene conclusie ‘naar minder’ is al met al niet zo moeilijk, helaas…
1 Per 1 juni 2019 opgeheven wegens te weinig leden.
Hoe ziet de toekomst van de club er uit? De algemene tendens duidt op een afname van het aantal leden. Wat is het kritische punt en wanneer wordt dit punt bereikt? En wat kunnen we doen om het te voorkomen? De vragen stellen betekent niet meteen een antwoord. De verwachting is desondanks gerechtvaardigd dat de gemeente Apeldoorn voldoende inwoners blijft behouden om te voorzien in genoeg leden plus bestuurlijk kader voor een bloeiende schaakvereniging.
Dit overzicht is vergelijkbaar met het topje van een ijsberg. Het gedeelte onder water beslaat bijna negentiende en bestaat uit lezen, verwerken, lezen, lastigvallen van anderen zowel in woord als geschrift, opzoeken, lezen, raadplegen, nieuw ontdekte feiten invoegen, lezen, vraagtekens wegwerken om daarna alles opnieuw te controleren. Ook schrappen af en toe. En weer van voren af aan, steeds herhalend. En lezen, niet te vergeten. Dat is geen ramp, integendeel, maar een ramp met een ijsberg ligt per definitie op de loer, kijk maar naar de Titanic. Met andere woorden: een fout is mogelijk, hopelijk niet maar je weet het nooit. Mocht dat dus onverhoopt het geval zijn dan ben ik daarvoor als enige verantwoordelijk. Dat geldt ook voor conclusies, interpretaties en langdradige uitweidingen. Laat een fout wel weten alstublieft, een beetje geloofwaardig verhaal behoort over een erratum te beschikken, tot slot…
Laatst bijgewerkt: 14/04/2023
Drie jaar later, in 2011, vond de verhuizing plaats naar De Ambelt. Dit gebouw aan Kanaal Noord, vroeger bekend als de ‘Christelijke School voor Detailhandel’, wordt nog steeds beschouwd als een heel aangename speellocatie. Bovendien goedkoper, waardoor de contributie € 120 werd. Na opnieuw een gedwongen vertrek wegens dreigende sluiting en ook weer drie jaar later, betrok de club in 2014 het huidige onderkomen in Denksportcentrum Noord aan de Sleutelbloemstraat en dat bevalt ook prima. Eveneens ‘prima’ is de sleutelbloem zelf als één van de eerste bloeiers in het voorjaar en daar de soortnaam Primula aan dankt.
In april 2015 ging de ALV akkoord met een stijging naar € 150 (in september) wegens geen sponsor, de nieuwe locatie en het wegvallen van barinkomsten. Wat dit laatste punt betreft trad een onvoorzien herstel op en met ingang van 2018-2019 bedraagt de contributie € 130.
In december 2018 bestaat het bestuur uit Ed van der Meulen (v), André Huis in ’t Veld (s), Frans van Dijk (p, ad interim) plus Marcel Boel, Marco Beerdsen, Maarten ter Bals en Bert Baas. Jammer dat mijn voornaam niet met een M begint… Mark Brussen paste wat dat betreft wel in het profiel van een algemeen adjunct en is dan ook een periode bestuurslid geweest. De transformatie vanaf de start in 2003 verliep als volgt. Waar een jaartal tussen haakjes staat, geeft dat het begin aan van een bestuurlijke functie of een eerdere periode.
Lex Cornelisse blijft voorzitter tot 2013 (1988) en Ed van der Meulen de hamer overneemt. Nog nooit gezien trouwens, die hamer1. Lex wordt tijdens de ALV van september 2013 tot erelid benoemd. Ook is hij lid van de ‘Commissie van beroep’ voor wedstrijdgeschillen binnen de OSBO. In de loop van 2007 blijkt Johan Engelen (2002) het te druk te hebben om de website bij te houden en neemt Ed die taak over. In september 2007 wordt de wisseling in het bestuur geformaliseerd. In 2006 was het interne wedstrijdleiderschap van Johan al overgegaan op Robert Verkruissen.
Anton Weenink treedt af in 2014 (1979) en zijn secretarisfunctie gaat naar André Huis in ’t Veld (1977), die zelf eerder tussentijds als penningmeester was opgevolgd door Frans van Dijk (2006). Het samenvoegen van de geldzaken van beide partners tot een consistent en goedlopend geheel, is een intensieve inspanning geweest en door Frans succesvol afgerond en gecontinueerd. Hij is niet onafgebroken lid geweest sinds 1972. Het bekende fenomeen ‘werkende ouders plus opgroeiende kinderen’ zorgde voor een tijdelijke onderbreking.
Tineke Eilander (1999-2002) vervult één termijn haar bestuurlijke rol en treedt af in 2006. Zij is eerder secretaris van de OSBO geweest. Persoonlijk feitje: in december 1974 staat de ontmoeting OG-ZSG 2 op het programma van een OSBO eerste klasse en spelen wij tegen elkaar. Na winst van een kwaliteit kwam ik veel beter te staan, maar begon te schutteren (een toen al oude kwaal…) en verloor jammerlijk.
Henk Scholten wordt lid van OG in 1974 en SVA-bestuurslid in 1991. Met niet lang daarna het materiaal als zijn belangrijkste verantwoordelijkheid en, indien nodig, plaatsvervangend voorzitter. Bij zijn aftreden wordt hij tijdens de ALV in september 2009 tot erelid benoemd. Ook vandaag geldt nog steeds: als je materiaal zegt, zeg je Henk Scholten.
Marcel Boel (1993-2002) komt in 2011 terug in het bestuur met ‘externe zaken’ als specifieke taak en verzorgt sinds een jaar of vier (ook) de indeling van de teams.
De interne competitieleider heeft een van de meest zichtbare functies binnen een vereniging. Iedereen heeft namelijk altijd met hem te maken: als je wenst te spelen verzorgt hij de indeling en als je niet wenst te spelen, dien je bij hem af te melden. Week in, week uit. Marco Beerdsen is bestuurslid ‘interne zaken’ sinds 2014 maar begon daarmee drie jaar eerder. Toen volgde hij Leen van den Berg op, die op zijn beurt in 2009 de functie tijdelijk had overgenomen van Robert Verkruissen. Die verliet na drie jaar het bestuur maar bleef wel spelen in de competities. In december 2011 kwam hij bij een tragisch ongeluk op het perron van treinstation Osseveld om het leven.
Maarten ter Bals volgt in 2016 Mark Brussen op en is aan vele fronten inzetbaar (officieel ‘logistiek en materiaal’) net als Bert Baas (1973-1975), die in 2017 aantrad. Opnieuw, na ruim 42 jaar… Als ‘archivaris’ waar ik van (op)hoorde tijdens de ALV in september. Zoals eerder aangegeven dekt mva de lading ook heel goed, manusje-van-alles. Voorts hebben sinds 2003 Johan Wolbers, Rien Bos en Stefan Kuipers ook ieder een bestuursperiode vol gemaakt.
De integratie van De Schaakmaat zal gevolgen hebben voor de samenstelling van het bestuur van Schaakstad Apeldoorn. Nog niet bekend is op welke wijze, wel dat B. (Bert) Ekkelboom de opvolger wordt van Frans van Dijk als penningmeester, maar dat was al de bedoeling voor het samengaan.
Even terzijde: bestuurslid zijn is niet een doel op zich maar het gevolg van… ja, waarvan? Het primaire doel is schaken en dat doel hebben meer personen. Die vormen samen een club. De club heeft materiaal nodig en een speellokaal. Dat kost geld dus een bijdrage is vereist, contributie is een ander woord (in Vlaanderen lidgeld). Die penningen dienen beheerd te worden. We schaken niet alleen onderling (met de wekelijkse indeling), maar ook tegen andere clubs. Dus onderdeel van een groter geheel met de bijbehorende communicatie. En teamindelingen. Je krijgt te maken met verenigingsrecht en andere wettelijke bepalingen. Plus informatiekanalen, vroeger het papieren clubblad, nu een website. Al die zaken gaan niet vanzelf, dus coördinerende rollen zijn nodig. En handen voor de uitvoering. Er kan opleiding bij komen, fondsenwerving, organisatie van toernooien, sponsorcontacten, barexploitatie. En, en, en… Vul de daaruit voortvloeiende functies maar in. Willen rechtgeaarde schakers, met hun primaire doel te schaken, deze functies graag ‘zijn?’ Uit de grond van mijn hart: natuurlijk niet! Een enkele bevlogen rasorganisator uitgezonderd wellicht, Jan Diekmann bijvoorbeeld of Wim Bruins, ook Hessel Visser niet te vergeten. Of tegen betaling, wat weer een heel ander verhaal is. Maar je ziet de redelijkheid (soms noodzaak) ervan wel in en na misschien een paar keer twijfelen, vooruit dan maar. Mijn huidige mva-rol is overigens een grote hobby, maar het blijft het mooist om achter het bord zitten. Volgens Johan van Hulst een ‘sublieme bijzaak’ in het leven. Voor de meesten van ons geldt dat, of niet soms? Als iemand het kon weten, was hij het wel, hij is er 107 mee geworden.
1 Dat euvel is inmiddels opgelost dankzij een door Fred van Amersfoort geschonken voorzittershamer.
Het Verenigingsnieuws (ook ASG-Nieuws genoemd) ging na twee jaar en tien uitgaven verder als Zeemeermin. Dat verscheen vier keer in 1976 waarna in oktober 1977 voor het eerst de GB het licht zag, de Genootschapsbode. Het laatste (gedigitaliseerde) exemplaar in maart 1999 als GB-22, de vermoedelijk 68e clubblad uitgave. De initiatiefnemers van het eerste uur waren An Donker-Tramper en Chris de Vries. Nadien zijn vele jaren vooral Jacques Kuiper en Rudy Bloemhard de dragende krachten geweest. Met zijn tweeën hebben zij ook jarenlang (zes) dat werk bij de OSBOde gedaan. Op 15 mei 2001 verscheen de GB heruitgave nummer één met als (voorlopig) redacteur, jawel: De Vries. En daarna? Bij mijn weten was het ook nummer laatst.
De eerste redactie van De Schaakmaat was het duo D. Visser met een verzorgd en humoristisch taalgebruik (een kenmerk van veel Schaakmaat-schrijvers) en G. (Gert) Cupido. Sinds september 2018 ontmoet ik Dick Visser wekelijks bij bridgeclub Klaver Vier in ‘ons’ denksportcentrum. Hij wist het nog, maar is vrij snel gestopt omdat schaken een te grote aanslag op zijn nachtrust betekende. Nummer 150, de eerste uitgave van jaargang 17, kwam uit in januari 1992 onder de nieuwe naam Schaakmaterie. Henk Vinkes was de redacteur in die periode en heeft de functie jarenlang ingevuld. Harald van Riessen is lid van de vermoedelijk laatste redactie in juli 2008. Het ALV-nummer verschijnt in november 2010 als 36e jaargang nr. 1 en is waarschijnlijk het laatste nummer. De doelstelling in 1976 van een maandelijkse uitgave behalve de twee zomermaanden, bleek te optimistisch. Dat neemt niet weg dat door de jaren heen door alle betrokkenen een geweldige prestatie is geleverd!
Tien jaar na de oprichting verschijnt het eerste Jeugdclubblad met Annemieke Bruins als redactrice. De jeugdleiders waren toen Theo van der Bijl en Wim Bruins. Na een jaar verandert de naam in De Koningsvleugel, het doel is een tweemaandelijkse uitgave. Het jeugdige deel van de redactie verandert regelmatig vooral omdat na het voortgezet onderwijs elders wordt verder gestudeerd. Van de huidige leden zijn Merijn van Delft, Tim Lammens, Ruud Meuleman, Harald van Riessen en Erik Smit redactielid geweest. Het laatste exemplaar in het archief is van juli 2007, dus 23 jaar na nummer één en een totaal van circa 135 stuks bij het halen van het oorspronkelijke doel. Wat door een tekort aan ‘schouders met tijd’ niet altijd gelukt is, het archief bevat 101 bladen, er ontbreekt waarschijnlijk een aantal nummers.
De eerste jaargang van De Schakert kende Diekmann en Boersma als redactie en Diekmann is daarna de constante factor geweest in dit opzicht. Het laatste blad verscheen vermoedelijk in juli 2004 onder verantwoording van R.M.P. (Remco) Pihlajamaa (later lid van VDS1) en Ap Ketting. Marcel Boel heeft ook een aantal jaren redactiewerk gedaan. Gepland waren zes edities per jaar (veel te weinig vond Diekmann…) en een kleine rekensom levert een totaal op van 165. Maar jaargang 7 heeft er al 44, met vooral de wekelijkse uitslagen, maar toch!
De bladen kenden een soort running gag in de vorm van een cartoon. Filosofje door P.B. (Peter) Meijboom (ASG), Ap Ketting (SVA) is de geestelijk vader van Japie en Will Bruins-Simons zorgde voor een glimlach met Sjakie van de Sjaakmaat. Het clubblad van MSC in Mierlo heette Kaïssa en is uitgegeven tussen eind 1974 en medio 2006. Alle 159 exemplaren hebben onze verhuizingen overleefd.
Je hebt natuurlijk wel ‘bond boven club’ en de OSBO verschijnt meteen in de maand van de oprichting in september 1946 met het OSBO-Nieuws. Die eerste losse vellen papier waren via OSBO-Mededelingen de voorloper van de OSBOde, het bondsorgaan dat voor het laatst verschijnt op 15 juni 2007, nr. 597, 60e jaargang. Volgens mij was het de 61e jaargang, tenzij je 1946-1947 als 0 laat beginnen. Altijd moeilijk die 0, als speler vooral net na de partij… Het geplande aantal nummers per seizoen was variabel en varieerde regelmatig van periodiek (slim!) tot 9, 10, 11 en 10 à 12. Met de 40 A edities erbij (van AV, er zijn er meer geweest) is het doel zeker gehaald. Een diepe buiging voor allen die dit langer dan 60 jaar mogelijk hebben gemaakt. De laatste twintig jaargangen met Will Bruins-Simons ‘erbovenop’ in verschillende functies, ook als auteur. Vier jaar later vindt een digitale oprisping plaats en in september 2011 verschijnt DNO, het eerste nummer van De Nieuwe OSBOde. Het is van korte duur want nummer drie in juni 2012 is meteen het laatste nummer. De belangrijkste reden? Vooral weer die ’te weinig schouders…’
Met de opkomst van computers was de overgang van papier naar elektronen een kwestie van tijd. En natuurlijk niet alleen op clubblad-niveau. Twee oud-wereldkampioenen, beiden goed bekend met computertechnologie, dachten totaal verschillend over de nieuwe mogelijkheden. Euwe:
Ik ben van oordeel, dat een elektronisch brein nooit meestersterkte zal bereiken.
Gebaseerd op de veronderstelde ongrijpbaarheid van de menselijke intuïtie. Botwinnik zag dat anders, terecht kunnen we nu zeggen. Schaakprogrammatuur werd in een rap tempo zodanig beter dat het met het lachen om domme fouten snel gedaan was. In de schaakhistorie is Donner de eerste grootmeester geweest in een officiële partij tegen een computer. In 1982 werd hij na taaie strijd (en arbitrage door Olafsson) tot winnaar uitgeroepen tegen Belle. En we herinneren ons nog goed de opwinding toen Deep Blue in 1996 voor het eerst een partij won van wereldkampioen Kasparov, onder normale condities. Met een beetje cynisme kunnen we stellen dat ook Euwe gelijk heeft gekregen: er was immers sprake van grootmeestersterkte.
Rudy Bloemhard werd ASG-bestuurslid in 1987 voor het begeleiden van de intocht van de vereniging in het computertijdperk. Systeem Keizer (al gebruikt in 1973) werd door hem aangepast naar een indelingsprogramma ‘op maat.’ Veel verenigingen hebben baat gehad (nog steeds) bij het Keizer-systeem weet ik ook uit eigen ervaring als wedstrijdleider: Mierlo begon er mee in 1986. In de ALV van OG in 1962 werd het voorstel van J.J. Geerdink in stemming gebracht om Keizer te gaan gebruiken. Handmatig uiteraard, van computers was nog geen sprake. Van de 21 aanwezige leden was één stem voor en dus afgewezen. Ben benieuwd wie die ene is geweest.
Begin 1993 gaat W. (Wijnand) Lammens bij De Schaakmaat zijn best doen om informatie met betrekking tot jeugdschaak zo snel mogelijk bekend te maken. Een computer met modem maakte een uploadsnelheid mogelijk van 9600 bps voor bestanden in ‘schoon Ascii-formaat.’ De informatie kwam terecht op bulletin boards van het landelijk systeem Denknet. Momenteel is via glasvezel 100 Mbps niet uitzonderlijk, een factor van zo’n dikke tienduizend en de technische ontwikkelingen staan nooit stil. De Schaakmaat is een van de eerste schaakverenigingen in ons land (zo niet de eerste!) met een eigen website petervandam.nl/schaakmaat. Op 1 maart 1996, wellicht geïnspireerd door het succes van Deep Blue in februari. Nog lang niet af maar het wereldwijde web kende zijn Apeldoornse schaakprimeur, waarbij Under construction en To be defined nog tamelijk lang heel bekende begrippen waren.
Eind 1996 zet Wim de Weerd de eerste stappen op weg naar een SVA-website. Dat resulteert een half jaar later in home.worldonline.nl/~wdeweerd, waarna de naam nog een paar keer verandert. In 2000 zien we geocities.com/w_de_weerd/ plus een webmaster vacature, die in 2001 wordt ingevuld door Remco Pihlajamaa. Met een nieuwe naam homepage.mac.com.svapeldoorn om in 2004 uit te komen bij het huidige schaakstad-apeldoorn.nl. Omdat in de loop van 2007 het up-to-date brengen en bijhouden van de website Johan Engelen te veel tijd kost, wordt de functie van webmaster overgenomen door onze huidige voorzitter Ed van der Meulen. De website van Schaakstad Apeldoorn is naar mijn mening van hoog niveau, zelfs als ik objectief probeer te zijn…
1 Per 1 juni 2019 opgeheven wegens te weinig leden.
Laatst bijgewerkt: 13/03/2021
← Historie Schaakstad Apeldoorn (IV) Historie Schaakstad Apeldoorn (VI) →
Karin Pruijssers weet drie jaar achtereen Nederlands kampioen te worden alvorens ‘haar’ titel in 20181 te moeten afstaan aan vaste concurrent Rob Baartse. In een categorie die niet voor iedereen toegankelijk is en met een versneld tempo, maar kampioen is kampioen! De benodigde inspanning is er niet minder om, eerder meer. En dat geldt voor elke deelnemer.
Max Warmerdam wordt Nederlands kampioen in 2021 met clubgenoot Roeland Pruijssers op de tweede plaats. Goed voorbeeld doet goed volgen en als er een schaap over de dam is, volgen er meer. In dit verband in de betekenis van kunnen in plaats van durven, want een jaar later volgt Erwin l’Ami als lid van Schaakstad Apeldoorn dit goede voorbeeld. Wie weet worden we in 2023 weer aangenaam verrast.
Het Nederlands kampioenschap is door Apeldoornse jongeren 29 keer behaald, in de verschillende leeftijdscategorieën. Door zestien meisjes en jongens, sommigen dus vaker dan één keer. De eerste was Meindert van der Linde in 1973 (en ASG-kampioen in 1971, vader Dick had het er wel eens over, met gepaste trots) en Thomas Beerdsen als voorlaatste in 2014. Oscar Adams is de laatste door in 2022 Nederlands kampioen snelschaken te worden in de categorie t/m 16 jaar. Bij de meisjes beet Misjelle Donker het spits af in 1985 en Catharina Hulleman sloot voorlopig de rij in 2011. Voor de duidelijkheid: NK’s, geen ONJK’s.
Harrie de Bie wordt in 2002 de eerste Schaakstad Apeldoorn-clubkampioen. Niet verrassend, hij was het bij ASG al zeven keer en waarschijnlijk ook in 1979 bij SVA. Begonnen bij OG zoals eerder genoemd, op de ALV presentielijst van 1977 staat achter zijn herkenbare handtekening heel keurig IGM… Hij werd opgevolgd door Cees van Bohemen, na zeker elf keer bij SVA ook niet om vreemd van op te kijken. Daarna Freddie van der Elburg, Roeland Pruijssers (viermaal), Rudy Bloemhard, Stefan Kuipers (vijfmaal) en Thomas Beerdsen voor de vierde keer in 2018. De wintercompetitie levert de clubkampioen, na 30 à 33 ronden. De zomerperiode kent tien à dertien wedstrijden en de winnaar daarvan wacht eeuwige roem. Voor een bijgewerkte lijst met clubkampioenen, zie Apeldoornse clubkampioenen.
Vijftien spelers hebben meegedaan aan die zeventien wintercompetities: Maarten ter Bals, Marcel Boel, Henk Eleveld, Peter Grasman, Eddy Homburg, André Huis in ’t Veld, Nikolai Kabanof, Jan Kranenbarg, Frits Mooibroek, Nico Olivier, Wim Sanders, René Schaafsma, Henk Scholten, Henri Vogelsang en Anton Weenink. En 194 personen hebben gezorgd voor 1229 deelnames in totaal, wat een gemiddelde is van 72 per competitie. In het nieuwe seizoen 2018-2019 met 60 deelnemers, hebben Homburg en Sanders (kampioen van ASG in 1964, 1967, 1968, 1969 en 1975) moeten afhaken en werd Marcel Boel de nieuwe clubkampioen.
Misschien zijn er onbekende kampioenen onder de huidige leden. Dat wil zeggen alleen bekend bij zichzelf, dat zou kunnen. Maar we kunnen ook kampioenen kennen van vóór 2002 en van andere clubs: Sep (1973, 1977), Boel (1983, 1984) en Eleveld (1998), allen bij ASG. Bij SVA met zekerheid Boel in 1982 (waarschijnlijk ook in 1981) en Van der Elburg in 1988, 1990 en 1991. Sep voor het eerst dus in 1973, gevolgd door achtmaal bij De Schaakmaat, het laatst (en als laatste) in 2018. Dat betekent een ‘spanwijdte’ van 45 jaar en is in dat opzicht vergelijkbaar met een reuzenalbatros!
De 37 jaar (misschien 38) overspanning van Marcel Boel is eveneens indrukwekkend. In 1979 beleefde ASG een unicum: Kuiper en Van Steenbergen eindigden beiden bovenaan, het kwam niet tot een barrage en dus een duo kampioen.
De eerste OG-clubkampioen met naam genoemd is F.J. (Freddy) Unterhorst Jr. in een oud en beduimeld schriftje dat is ‘aangelegd’ in september 1961. Hij werd als jongste (jeugd)lid van de club kampioen in 1962. En vertrok in augustus, hij hoopte bij een andere vereniging op sterkere tegenstand. Uit de tekst kan worden afgeleid dat Willem Logtenberg vóór en na 1962 ook clubkampioen moet zijn geweest. Na de naamswisseling van OG was F.B.W. (Ferdi) Arts de eerste SVA-titelhouder in 1978, Cees van Bohemen met zekerheid de op een-na-laatste (en vermoedelijk ook de laatste). Vaker dan de eerder genoemde elf keer is aannemelijk, want drie jaren zijn tot nu toe onvindbaar gebleken plus ook nog twee ‘waarschijnlijke’ jaren.
De Schaakmaat had met Van der Klis in 1976 haar eerste officiële kampioen en hij zou dat nog vier keer herhalen. Zijn laatste wedstrijd speelde hij eind februari 2015 bij Schaakstad, een maand voor zijn overlijden. Afgewisseld door C.C. (Kees) Henstra (die Frie van Belle in diens jonge jaren in Waalwijk schaakles heeft gegeven), met twaalf stuks. Die lessen hebben vrucht gedragen met driemaal Frie als clubkampioen van SV Waalwijk. Henstra was in 1987 een van de redactieleden van het clubblad en daarna ruim zes jaar wedstrijdleider. Na zijn terugkeer in Apeldoorn wordt hij begin januari 2019 weer lid. Sep onderbrak een aantal malen hun hegemonie en later, in 2018 zoals gezegd, voor hem de achtste, laatste en met ASG erbij de tiende keer. In het begin van deze eeuw werd Sjef Rijnaarts viermaal kampioen, afgewisseld en gevolgd door Maarten Beekhuis, Stefan Kuipers, Theo Visschedijk, Jan Bulthuis en Ton Volgenant, elk één keer. Van 2008 t/m 2015 lukte het Steven Braun acht jaar aan een stuk.
‘Open’ kampioenen worden niet meegerekend in dit overzicht, zodat bijvoorbeeld Theo Visschedijk met drie keer winst in het Open Voorster Schaakkampioenschap, niet in dezelfde hall of fame staat als Ton Sijbrands en Rudy Bloemhard (driemaal als clublid en ook driemaal open). George van den Esschert werd in 2003 voor de zevende opeenvolgende keer kampioen van SV Ugchelen. In Epe overweegt men bij De Zeven Pionnen om na zeventien keer een naamswijziging door te voeren: Dries Elskampioen.
De OSBO heeft vanaf de oprichting in 1946 ieder jaar (op twee na) het persoonlijk kampioenschap georganiseerd. Met als Apeldoornse winnaars: Piet Roozenbeek (1983; SVA-kampioen in 1980 en van ASG in 1981 en 1982), Arthur van de Oudeweetering (1984), Harrie de Bie (1992; SVA in 1979(?), ASG in 1991, 1993, 1994, 1997, 1999 t/m 2001 en Schaakstad in 2002), Marc Jonker (1998; ASG in 1990 en 1992) plus Thomas Beerdsen (2017 en 2018; Schaakstad in 2014 en 2016 t/m 2018). En Thomas in 2018 ook van de NBSB omdat hij door het lidmaatschap van HMC Den Bosch een echte Brabander was geworden.
En ikzelf? Voor de (bijna) laatste keer een persoonlijke noot, ik beloof het… Mijn bereik is 31 jaar, dat is geen Sep, ook niet in Apeldoorn maar misschien een baby albatrosje? De eerste keer was MSC Mierlo in 1977 en voor het laatst NSK Neerpelt in 2008. Dat zijn ietwat kleinere clubs, zegt u? Ja natuurlijk, ik ben niet gek. De laatste keer in Mierlo was tegen Marion Adriaans in 1997. Zij als nummer twee met een klein Keizer-verschil tegen één. Afgebroken na elf zetten (op haar verzoek, waarom weet ik niet meer maar vond het niet prettig) in een voor mij hopeloze stelling. Bij de hervatting bleek het de allerlaatste competitiewedstrijd en Marion zou de eerste vrouwelijke MSC-clubkampioen kunnen worden! Er kwamen meerdere winnende mogelijkheden voorbij, maar zij koos uitgerekend de enige optie, die door een diepe verborgen verdediging niet winnend bleek te zijn. En balend moest berusten in remise, in een veel betere stand voor mij. In Neerpelt lukte het om met een indrukwekkende eindsprint van een half uit drie Pavel Englicky voor te blijven op weerstand.
Jeugdkampioenen tellen in dit verband niet mee anders kom ik tot 50 jaar… Want uit 1958 heb ik een bekertje als jeugdkampioen van een nog kleinere club, ik meen me de naam Avereest te herinneren. De afdeling schaak van een toen bloeiende damclub heeft maar een paar jaar bestaan destijds. Nu is het omgekeerde het geval en de schaakclub in Balkbrug heet Kijk Uit. Het bekertje van elf centimeter heeft een gegraveerde tekst met daarin ’58. Dat was een beetje dom, ik bleek de enige deelnemer en door dat jaartal moest het wel uitgereikt worden. Er kleeft dus een luchtje aan. Als troost mocht ik bij de senioren meedoen, allemaal oudere mannen (jonger dan ik nu) met als beste speler J. Blonet, een dominee uit Dedemsvaart. We speelden in een klein vertrek en dat betekende nog een luchtje, want het merendeel bestond uit stevige rokers: sigaretten, een paar sigaren en één pijp. Niet een fatsoenlijke rechte pijp maar zo’n krom geval en de eigenaar zat de hele avond te hannesen om een weeïge tabak in de hens te houden. Wie weet zat er wel wiet doorheen, bedenk ik nu. De paar niet-rokers gingen af en toe naar buiten om een luchtje te scheppen. Die tijden zijn drastisch veranderd! Je gaat er zo van stinken, vond mijn moeder het enige bezwaar van schaken. Want de rook bleef hardnekkig hangen in kleding en haar. Mijn vader rook niets, hij rookte zelf.
Bij OG kwam ik het verst in de zomer van 1975: tweede (gedeeld met Lieuwe Boersma, hij tweevoudig clubkampioen overigens) achter Theo van Beersum. Het scheelde dat John Sloots had besloten voorlopig niet mee te doen en voorrang gaf aan studie en een meer fysieke bezigheid, volleybal. In 1980 werd hij lid van ASG.
2 Zie: Groen licht voor fusie schaakteams (Apeldoornse Courant)
Eveneens in 1998, niet geheel toevallig, startte Karel samen met zoon Merijn en Cees Visser, de Stichting Bevorderen Schaken Apeldoorn met de nadruk op topschaak. In die periode waren de initiatieven al gaande met als doel een sterke gezamenlijke ASG- en SVA-vertegenwoordiging op de hoogste platforms: het genoemde hoge ambitieniveau. Het zal geen verbazing wekken dat de nieuwe stichting een groot voorstander en pleitbezorger was van deze initiatieven. Niet alleen bij beide genoemde verenigingen, maar ook bij De Schaakmaat.3
In het laatste zelfstandige seizoen 1998-1999 speelt ASG in de eerste klasse KNSB (5e), SVA in de tweede klasse (9e plus degradatie) en ASG 2 in de derde klasse (5e). Een seizoen later begint men samen als Schaakstad Apeldoorn met drie teams in de KNSB. En, al eerder aangegeven, het eerste team meteen kampioen en promotie naar de Meesterklasse met de twee teamleiders Jacques Kuiper en Karel van Delft (zie de kampioensfoto uit hoofdstuk 9). En dus meteen al een beoogd doel bereikt, drie jaar vóór de echte fusie. De beide andere teams eindigen bovenin een derde klasse. Plus acht teams in de OSBO met Kuiper als ASG-lid in Schaakstad 5 en Van Delft namens SVA in Schaakstad 8. Verwarrend? Het lijkt mij meer een diplomatieke overgangsmaatregel. In hetzelfde seizoen 1999-2000 promoveert De Schaakmaat naar de KNSB, op eigen kracht.
Ambities reiken echter verder en daarvoor dienden sterke spelers en trainers ‘van buiten’ aangetrokken te worden. Dat kost geld en daar waren sponsors voor nodig. Dat begon met BIS Beamer (het laatste jaar BIS) als hoofdsponsor (2001–2004) gevolgd door de Homburg groep (2004–2011), Accres (2011–2014), een jaar niet, eFXO (2015–2016), MuConsult (2016–2021) en AMEVO (2021–heden). Karel van Delft onderhield de contacten met de topspelers, in elk geval tot zijn vertrek bij Schaakstad Apeldoorn. Het resultaat van die verder reikende ambities is tot nu toe drie top-3 klasseringen in de hoogste KNSB-klasse plus drie keer bekerwinst:
2004 — | BIS wint beker (opmerkelijk genoeg na degradatie uit Meesterklasse) met Manuel Bosboom, Merijn van Delft, Sipke Ernst en Arthur van de Oudeweetering. | |
2005 — | Homburg Apeldoorn verdedigt beker met succes meteen na promotie terug naar hoogste klasse: Lucien van Beek, Manuel Bosboom, Freddie van der Elburg en Roeland Pruijssers. | |
2007 — | Homburg Apeldoorn wordt derde in Meesterklasse. | |
2011 — | Homburg Apeldoorn wederom derde in Meesterklasse. | |
2013 — | Accres Apeldoorn wordt tweede in Meesterklasse. | |
2018 — | MuConsult Apeldoorn verovert beker met Thomas Beerdsen, Merijn van Delft, Stefan Kuipers en Nico Zwirs. Na eerst in de laatste ronde op miraculeuze wijze ontsnapt te zijn aan degradatie uit Meesterklasse. |
En is deze ‘opbrengst’ de financiële moeite waard geweest? Daar kan ik niet over oordelen, ik ben geen hoofdsponsor. Bovendien ‘sommige dingen zijn onbetaalbaar’ heb ik wel eens gehoord. Nu nog een keer kampioen worden…4 Dat liet niet heel lang op zich wachten, want ruim drie jaar na het uiten van deze wens is het zo ver:
2022 — | AMEVO Apeldoorn wordt landskampioen.5 | |
Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit, sed do eiusmod tempor incididunt ut labore et dolore magna aliqua. |
In de eerste jaren vonden de oorspronkelijke spelers zich in de nieuwe, ambitieuze opzet opeens terug tussen betaalde (groot)meesters en daar was niet iedereen van gecharmeerd. Maar nogmaals: met goedkeuring van beide besturen en na 2003 van het ene bestuur. Met als uitgangspunt dat de helft van de spelers afkomstig moest zijn uit/van Apeldoorn. Dat uitgangspunt werd een tikje opgerekt: als iemand al wat langer voor Apeldoorn uitkwam, werd hij ook als zodanig beschouwd.
De Stichting Bevorderen Schaken Apeldoorn heeft haar naam en dus doelstelling helemaal waargemaakt, ook via opleidingen voor de jeugd. De ideeën van Karel van Delft, gevoed door een tomeloze drang en energie, konden (of wilden?) echter op den duur niet meer door iedereen gevolgd worden, met botsingen tot gevolg. In de zomer van 2011 is de stichting opgeheven. In zijn eigen woorden:
SBSA is onder meer opgeheven omdat ik geen behoefte meer voelde om nog schaakactiviteiten in Apeldoorn te organiseren. Daaraan lag een behoorlijk meningsverschil met het bestuur van Schaakstad Apeldoorn ten grondslag. Ik heb mijn lidmaatschap opgezegd en wens de vereniging veel succes bij haar ambities.
Niettemin: het huidige hoge niveau van het schaken in Apeldoorn, met alle bijbehorende plezierige contacten (die soms onbetaalbaar zijn), is voor een groot deel te danken aan Karel van Delft.
In 2015 start hij de Schaakacademie Apeldoorn.
In 2018 organiseert Merijn van Delft (namens Schaakstad) de Schaakweek Apeldoorn.
3 Zie: Groen licht voor fusie schaakteams (Apeldoornse Courant)
4 Zie: MuConsult Apeldoorn online Nederlands kampioen!
5 Zie: AMEVO Apeldoorn kampioen na rollercoaster
Laatst bijgewerkt: 18/3/2023
← Historie Schaakstad Apeldoorn (III) Historie Schaakstad Apeldoorn (V) →