Ik ben, zoals ze dat noemen, een Non Playing Captain. En dat is maar goed ook, want ik schat de schaakkwaliteiten van de spelers van mijn team (nog) altijd hoger in dan die van mezelf. Alhoewel ik regelmatig met lede ogen moet toezien dat er zetten worden gedaan waar ik niet blij van word. Maar ik moet natuurlijk ook toegeven dat ik niet de spanning van de partij zelf ondervind, de partijdige toeschouwer die ik ben en altijd het beste voor zijn team wil zien gebeuren. Maar soms is de nood aan de man en word ik van Non Playing naar Playing Captain gepromoveerd. Moet ik daar blij mee zijn? Mwah, hangt er vanaf hoe sterk de tegenstander is en wat het beste in het belang van het team is.
Dikke overwinning in Assen
Een bijzondere wedstrijd om meerdere redenen:
- Opstelling met een paar nieuwe gezichten
Jan Dirk Vriend en Gerbert Leeftink versterkten onze teamgelederen en dat pakte direct goed uit: Jan Dirk kwam op het derde bord goed uit de opening maar was iets te ambitieus met z’n dame in de aanval gegaan. Met enig vallen en opstaan wist hij het voordeel uit te bouwen en uiteindelijk de winst binnen te halen. Naderhand begreep ik van hem dat hij niet zo tevreden was met zijn spel, dus zit er nog wat in het vat als hij weer wat meer schaakritme in ons team (en wellicht ook in de interne competitie?) opdoet. Gerbert had op bord 1 een stevige dobber aan zijn tegenstander. Met name het eindspel heb ik kunnen volgen en dat zag er redelijk goed uit, maar toch: een stuk tegen drie en later twee pionnen is niet per definitie a piece of cake. Dat bleek ook maar weer: uiteindelijk kwam er een stelling op het bord waarbij Gerbert – naast beiden een dame – een stuk meer had, maar toch genoegen moest nemen met het remise-aanbod van zijn tegenstander.