Schaakstad 4
1851
Call me Ishmael.
Het vierde vierde het
Nou en, hoor ik u denken, waar heb je het over, het is toch slechts de onderbond? Gelukkig zijn gedachten stemloos. En mocht er heel misschien heel wellicht eventueel een heel minieme kern van waarheid in zitten (natuurlijk niet) dan zijn van de zeven teams er zes het niet geworden en wij wel. Bovendien is het woord ‘slechts’ niet op zijn plaats, alsof de prestatie daardoor minder waard is. Mooi niet, kampioen is kampioen. Dat vieren gebeurde overigens op een heel ingetogen wijze, wij zijn niet van die uitbundige wildebrassen. Geen gezamenlijke dab, geen high five (neen, ook geen four), geen boks, niets van dat alles. Een waarderende blik, een goed gedaan jongens, dat soort dingen, maar wel blij! En die tattoo van teamleider Adriaan? Eerst zien, dan geloven.