Vrijdag 17 januari mochten onze jeugdige talenten – aangevuld met schaakmoeder Jorinde, schaakvader Wilko en toeschouwvader Klaas – opdraven voor alweer de 4e ronde van de SOS-competitie. De eerste drie ronden gaven inderdaad voldoende stof voor een SOS-noodkreet (twee bordpunten totaal) en het was deze ronde zaak om eens een stijgende lijn tentoon te spreiden. We werden verwacht in de voetbalkantine in het niet al te verre Voorst. Dat Voorst niet ver is kwamen we proefondervindelijk achter, want we waren dik twintig minuten te vroeg. Oscar Broos en vader Klaas waren zelfs nóg vroeger, maar dat had iets met een vroeg afgelopen tennistraining te maken. We konden nu live meemaken hoe de arena werd ingericht en hoe onze tegenstanders kwamen binnendruppelen.
Wilko Fennema
Weer niet…
Laat ik dit verslag eens beginnen met een quizvraag voor de oudere lezers onder ons: van wie is de volgende quote en uit welk boek komt deze?
Geef maar een pion weg, dan win je wel van ‘m.
(Oplossing onderaan)
Van de nul af…
Na de 0–8 zeperd tegen de kanonnen van het derde, was het ons vijfde en tevens talententeam gegeven om de verre reis naar Ermelo te maken om daar tegen – opnieuw het derde, nee hè – team van het Veluws SchaakGenootschap te spelen. In het jeugdig enthousiasme kwamen we een half uur te vroeg op de speellocatie aan (foutje van de teamleider), waarvoor we nog gecomplimenteerd werden door de wedstrijdleider (gebeurt blijkbaar niet vaak).