En dat was precies wat er aan de hand was nadat Marcel Boel een loper op h7 in de opruiming had gegooid. Bij de hiervoor benoemde YouTube uitzendingen zou men van de stoel gevallen zijn en commentator Naroditsky zou er een waterval aan woorden aan hebben besteed. Waarna G.M. Hess een OMG! geroepen zou hebben. Maar daarna zouden ze ook beide tot het besef zijn gekomen dat het offer helemaal niet goed was. De Siciliaanse opening met op de tweede zet a6 verliep normaal en al vroeg offert Marcel een pion. Gerrit Meine Muis accepteert het houtje maar krijgt daarna te maken met een Koningsaanval waarbij wit de zetten in de verkeerde volgorde uitvoert. Op de vijftiende zet moet Marcel geen Pf6 spelen, maar La3. Om de chaos compleet te maken offert Marcel dus ook nog een loper op h7 en gaat er vanuit dat met 17.Tb3 de stelling gewonnen is. Hij komt van een koude kermis thuis, zwart geeft de dame voor drie stukken en het voordeel is volledig verdwenen. Maar Gerrit Meine verbruikt veel tijd en kan niet uitvogelen hoe hij kan en moet winnen. Het enige wat hij weet te vinden zijn de slechte en zelfs verliezende zetten. Marcel is er als de kippen bij om de h-lijn in bezit te nemen en de aanval is dodelijk. We staan door deze meevaller voor met 1-0.
Op het belendende bord speelt Casper Wouters tegen de teamleider van Amersfoort, Joeri Piet. Kort nadat de openingszinnen in de Italiaanse opening tegen elkaar zijn uitgesproken maakt Joeri een strategische fout (14.Pf1) waardoor Casper een op het eerste gezicht iets prettigere stelling krijgt. Maar hij weet dat voordeel niet vast te houden en wit komt weer tot leven. Wanneer Casper na diverse keren lang nadenken geen goed plan kan vinden om op het volle bord de zaken te vereenvoudigen, is het wit die dan maar de koe bij de hoorns pakt. Als een donderslag bij heldere hemel is de stelling van Casper opeens veranderd van een houdbare naar een verloren stelling. Binnen twee-drie zetten is er geen redden meer aan. Dat ging wel erg snel bergafwaarts. Dus staat het weer gelijk: 1-1.
Maar op het eerste bord is het voor Freddie een technische zaak om de winst binnen te halen. Vooraf hadden we gevraagd of het eventueel mogelijk was dat hij tegen Tea Lanchava kon spelen, om zodoende de mogelijkheid open te houden dat hij een Meesterresultaat zou kunnen scoren tijdens deze competitie. Maar Amersfoort wilde daar niet aan meewerken, wat hun goed recht is. Een paar dagen voor de wedstrijd kreeg ik de verontschuldiging dat wij er geen gedachte bij moesten hebben dat Tea er niet bij zou zijn, ze had griep. Die gedachte zou nooit bij ons opkomen en wat het gevolg van haar niet meespelen zou zijn moest blijken in de wedstrijd. Freddie mocht nu aantreden tegen Dimitri van Leent en bediende zich van een soort Engels met Konings-Indische ingrediënten. Er worden de nodige stukken afgeruild en voor de twintigste zet is het halve bord leeg en heeft Freddie er een duidelijk voordeligere stelling aan overgehouden. Zijn veel actievere lopers brengen wit behoorlijk in de problemen. Wanneer Dimitri denkt een loper van zwart in te kunnen sluiten wordt deze direct van het bord gehakt. Zie daarna de twee machtige raadsheren eens staan na 26… Lxe3, onrust en bederf zaaiende in het witte onderkomen. Een gedegen overwinning, wat het voor invloed heeft voor de IM-norm weten we op dit moment niet, we wachten af.
Henk Eleveld is op het achtste bord bezig Peter Reedijk op de pijnbank te leggen maar als hij op het punt staat de definitieve tik uit te delen verzaakt de machine. De voor Henk gebruikelijke openingszetten brengen hem na verloop van tijd een goede stelling waar hij niets hoeft te vrezen van de overkant. Maar het is laveren om de stukken naar die velden te dirigeren waar zij iets van betekenis kunnen zijn, het evenwicht slaat niet door naar een van beide zijden. Zwart heeft een gezellig clubje pionnen in het centrum en Henk stelt daar twee in eerste instantie achtergebleven groepjes tegenover. Hoeveel een zo’n groepje belangrijk had kunnen zijn zou later blijken. Omstreeks de dertigste en ruim voor de veertigste zet worden alle stukken afgeruild, en wat er over blijft is dat ene groepje pionnen voor wit aan de Koningsvleugel en voor zwart aan de Ladies-side. En dan is het opeens remise… Waarom? Henk komt pas nadat hij remise heeft gegeven er achter dat de stelling totaal gewonnen is, want wit brengt na verloop van tijd de zwarte koning in zet-dwang. In de slotstelling kan de witte koning met speels gemak de twee pionnen in bedwang houden en nadat de witte pionnen zijn opgestoomd naar de andere kant moet zwart ergens een zet doen waardoor wit kan promoveren. Helaas ziet Henk dit niet, maar hij had het op zijn minst kunnen proberen zonder zo snel de teugels te laten vieren, mede omdat hij een pion meer had.
De partij van Cees Visser speelt zich voornamelijk af op de damevleugel. Men had net zo goed de overkant kunnen gebruiken voor het verhuren van vakantiewoningen, dan was het nog van enige economische waarde geweest, maar ja de Belastingdienst hè… die kijkt altijd mee 😉 Het middenspel gaat gelijk op maar de twee witte paarden zijn actiever, waar Cees alleen een misplaatste loper, misschien zelfs wel twee, tegenover kan zetten. Wanneer Cees op avontuur gaat met zijn enig overgebleven paard is dat te veel gevraagd, de jacht is geopend. Ook dit stuk moet zich aan een ondergeschikte rol op de damevleugel overgeven. Tegenstander Vandeputte begint daarna op de in teloorgang geraakte woningen op de Koningsvleugel te slopen. Het remiseaanbod is vergeefse moeite, het hele blok wordt vervangen door machtige witte onderkomens, waar geen plaats is voor de zwarte stukken. De stukken kunnen het doosje in, Cees moet de partij opgeven, waardoor de stand weer gelijk wordt: 2½-2½.
Met op de eerste zet Pf3 en niet lang daarna aan de andere kant van het bord de zet b3 bedient Arjan Buijse zich vandaag van een degelijke Reti-opstelling. Tot bijna de twintigste zet lijkt de partij op de stijl zoals Ulf Andersson (wie kent hem nog?) speelde, die bekend was om zijn drie-rijen spel. Of Arjan beïnvloed was of is door het oerdegelijke spel van Andersson weet ik niet, maar tegenstander van Otten kan weinig zinnigs bedenken om het evenwicht te doorbreken. Maar hetzelfde geldt ook voor Arjan die ook geen baanbrekend plan heeft om zwart te gronde te richten. Het moge duidelijk zijn dat na het nodige geschuifel tot remise werd besloten.
Jasper Zwirs is de zwartkijker van dit team omdat hij voor de verandering weer eens met zwart wilde spelen. Je zou denken dat hij de openingen die dan op het bord komen zo uit zijn mouw zou schudden, maar opvallend genoeg heeft hij toch veel bedenktijd nodig aan het begin van de partijen die hij met zwart speelt. Nico maar eens vragen of hij hem daar op kan trainen door iets vlotter door de openingsfase heen te komen. Maar aan de ander kant: hij moet die fase wel goed doorkomen, anders heeft hij nog weinig nut. In een Slavische partij word hem de rokade ontnomen, maar de koning weet zich veilig op g7 te nestelen. Ver genoeg weg van het middenspel dat zich over de c-lijn afspeelt en waar de contouren van een betere stelling zich af beginnen te tekenen. Alleen de honger naar nog meer materieel voordeel wordt direct afgestraft wanneer Jasper de teugels even laat vieren. Hij overziet volledig de verrassende zet 28.Txf7. Is het vergelijkbaar met de drama’s die zich afspeelden in Wijk aan Zee? Ik zou het niet weten, maar het doet wel pijn dat je door een zet je mooie stelling kan verkloten. De strijd gaat verder, zelfs heel lang… er komt een dame-eindspel op het bord dat op het eerste oog remise zou moeten worden. Maar Jasper heeft weinig tijd meer en onder de druk van de klok moeten er snelle beslissingen genomen worden waar iets meer bedenktijd welkom was geweest. En ondanks die tijdsdruk en met twee pionnen minder weet hij zich lang staande te houden. Helaas komt er dan toch een moment dat het het gemis aan tijd tot een verkeerde beslissing leidt. Het lijkt aanlokkelijk om zijn enig overgebleven pion naar de overkant te brengen, maar had daar nog even mee gewacht. Het valt hem niet kwalijk te nemen, speel zelf maar eens een dergelijk eindspel onder druk van de klok. Daarna rest er een eindspel waar hij echt het nadeel van twee pionnen moet ervaren, en beseft dat het weinig zin heeft de strijd aan te blijven gaan. Zichtbaar ontdaan geeft hij op.
Amersfoort staat dan op vier bordpunten, maar als de nood aan het adres van Schaakstad Apeldoorn is kunnen we vaak vertrouwen op de sinds kort veertig jaar oude Martin van Dommelen. De jaren vliegen voorbij als je elkaar al zo lang kent. Maar je weet wel dat hij dan in een partij zo lang een voordeeltje kan uitmelken dat de tegenstander uiteindelijk in het stof moet bijten. En daar hoopten we dit keer ook op, het had er zelfs alle schijn van dat het ging lukken. Een opgejaagde variant van Aljechin-verdediging (What’s in a name) komt op het bord. De paarden gaan over het bord, net als in een echt Concours Hippique en komen na geruime eindelijk tot rust. Martin moet berusten in een lastige omsingeling van zwart. Tegenstander Ardin Bosboom heeft wit teruggedrongen op de onderste drie rijen (waar heb ik dat eerder gehoord?), verstevigt en verbetert zijn stelling om de beslissende klap uit te delen.
Maar het zwarte draadje waar het voordeel aan vast hangt is dun, en natuurlijk knapt dat precies net voor de veertigste zet. Martin weet in eerste instantie een kwaliteit te winnen, maar wel tegen twee lopers. Hij onderkent dat dat te gevaarlijk is en ruilt snel een van die lopers af tegen drie pionnen, resulterend in een gelijke stelling. En dan staat er opeens vanuit het niets een gewonnen stelling op het bord van Martin, waar komt dat dan vandaan? Een onnauwkeurige loperzet blijkt de oorzaak te zijn, en wit gaat op oorlogspad om het te verzilveren, zou het dan toch goedkomen? Waar het in de partij van Henk Eleveld eenvoudiger was om de winst binnen te halen, blijkt het voor Martin toch lastiger. Na een lange middag begint de vermoeidheid toe te slaan en daarbij ook het door rekenen van de varianten die tot winst zouden moeten leiden. Het opstomen van de a-pion had hem de winst op kunnen leveren, en voor het team een gelijk spel, maar het mag niet zo zijn en de partij verzand in remise. Maar hulde voor de dappere poging.
De lange middag heeft tot resultaat dat we nipt verliezen met 3½-4½, en zoals zo vaak het geval is: het had niet zo hoeven zijn. Speel de partijen na en kom tot de conclusie die ik hierboven al beschreven heb dat we de ene partij hadden kunnen en moeten winnen, en aan de andere kant ook ergens geluk hebben gehad een partij niet te verliezen. We moeten het er maar mee doen, en we gaan ons opmaken om deze nederlaag af te reageren op Almelo. We komen er aan!
(Klik/tik op linkerpijl voor engine, op rechterpijl om andere partij te bekijken)