Nu, op zaterdag, kon het dus nog alle kanten op. Borne had er nog best belang bij, bij winst konden zij nog als een-na-laatste eindigen. Voor ons team ging het alleen om de eer, promotie noch degradatie was nog mogelijk. Groot was dan ook de verbazing toen we, inmiddels zelf op oorlogssterkte (minus 2) opgekomen naar ‘het andere denksportcentrum’ in Zuid, moesten constateren dat van de kant van Borne maar liefst drie spelers niet waren komen opdagen. Onaangekondigd, want ook teamcaptain Theo had hierover niets vernomen. Een zeer incorrecte gang van zaken van Borne. Dat betekende dus dat drie onzer spelers, Cees Visser, Nico Olivier en ondergetekende, direct aan de koffie konden, waarbij de nodige stoom werd afgeblazen.
Intussen waren de nog wel te spelen 8 min 2 min 3 = 3 partijen in volle gang. Marcel Kraaykamp speelde op bord 7 met zwart de fianchetto (draken) variant van het Siciliaans, wit hield het gesloten met d3 en speelde f4 en offerde (?) daarna zijn d-pion op d4. Zonder compensatie, zo bleek, want Marcel hield goed spel en bleef goede gezonde zetten spelen. Op het moment dat zijn tegenstander nog iets van een aanval over de f-lijn op touw leek te zetten, sloeg Marcel toe. Na een loperoffer op g2 ging de witte dame verloren en moest zijn tegenstander opgeven.
Op bord 4 kreeg witspeler Frie van Belle na een Schotse opening te maken met een snelle opmars door zwart van zijn g- en h-pionnen. Frie reageerde thematisch met een centrumopstoot door middel van e5 tegen de niet-gerokeerde zwarte koning. Zijn tegenstander wist echter de e-lijn dicht te houden, een verzwakking af te dwingen van de witte koningsstelling, daarbij goed gebruikmakend van het door hem verworven loperpaar. Frie bleef moeilijk staan, had vrijwel geen tegenkansen, terwijl de zwarte aanval steeds sterker werd. Toen het na lang verdedigen en nog een vergeefse tegenaanval te veel werd, gaf Frie de partij op.
Paul Tulfer kreeg op bord 5 met zwart te maken met een gesloten Siciliaanse opening met voor wit f2-f4, die na enige zetten overging in een soort Franse opstelling met slechte loper op c8. Wits witte loper werd ongebruikelijk ontwikkeld met g3 en Lh3. Wit kreeg na afruil een vrijpion op e5, maar zijn damevleugel was onderontwikkeld, waardoor Lc1 en Ta1 lange tijd niet meededen. Bovendien had wits koning niet gerokeerd en was op d1 terechtgekomen. Paul wist na een afruil de kleine kwaliteit te winnen en had enkele zetten later door het teruggeven van dit materiële voordeel de partij in zijn voordeel kunnen beslissen. Hij koos echter met Pg6 voor een rustiger variant, waarbij hij nog steeds heel gunstig bleef staan. Zijn tegenstander kreeg zo echter de kans zijn damevleugel te ontwikkelen, al stond zijn koning, nu op b3 aangeland, nog steeds zonder enige bescherming. Paul speelde het enigszins onnauwkeurig, en na verlies van een stuk was zijn enige kans – met nu een kwaliteit achter – het opjagen van de witte koning. Daartoe opende hij slim de b-lijn, maar zijn tegenstander wist net op tijd dameruil af te dwingen, waarna er van aanval geen sprake meer was en wits sterke vrijpion op de d-lijn de doorslag gaf.
Eindstand dus, met voor Borne drie reglementaire (NO) nullen: 5-3. Ik weet het niet, maar het voelt als een pyrrusoverwinning. We zullen nooit weten of we nu ècht beter waren, net zomin als Karpov ooit zal weten of hij Fischer verslagen zou hebben als ze wèl om het wereldkampioenschap gespeeld hadden…