Het kan ook heel anders

SOS-competitie

Het eerste SOS-team speelde op maandag 21 oktober de eerste wedstrijd van het nieuwe seizoen tegen het tweede van en in Zutphen. Op de gebruikelijke manier van acht tegen acht en de tegenstanders van elkaar gescheiden door het vertrouwde schaakbord van 64 velden met daarop de 32 stukken. Het kan ook heel anders en wel met een bord van 164 velden, 64 stukken en vier spelers, die elkaar bestrijden totdat één winnaar overblijft of met pat als uitkomst. Het spel is omstreeks 1985 ontwikkeld door Arthur C. Rogers, een Engelsman met een creatieve geest tijdens diens jarenlange verblijf in Afrika. Hij was lid van de Jeppe Quondam Sports & Social Club, Bedfordview (Zuid-Afrika) en toonde het zelfgemaakte prototype aan andere clubleden, op zoek naar fondsen om het spel in productie te kunnen nemen. Crowdfunding wordt dat tegenwoordig genoemd en hij slaagde in zijn opzet met de belofte dat elke geldschieter het spel cadeau zou krijgen. Er schijnen een paar duizend exemplaren van verkocht te zijn en ik had er nog niet eerder van gehoord, laat staan gezien. Het heet CHECKMATES en kwam te voorschijn toen een buurman, destijds ook lid van de genoemde Sports & Social Club, de berging aan het opruimen was. Voor zijn financiële bijdrage ontving hij het spel met productienummer 028. De naam doet denken aan schaakmaten, de leden van de vroegere vereniging De Schaakmaat.


   

Iedere speler heeft de beschikking over de bekende set stukken in verschillende kleuren. Er wordt geloot wie mag beginnen, waarna met de klok mee wordt gespeeld. De normale spelregels zijn van toepassing met in de beginpositie de koning op de onderste rij, vierde van links met de dame rechts naast zich. Het idee van altijd een wit hoekveld rechtsonder moeten we loslaten terwijl de weg van een pion naar promotie aan de overzijde een stukje langer is geworden. En hoeft niet meteen in werking te treden want vervanging mag alleen door een eerder van het bord verdwenen stuk. De pion kan dus in theorie best nog een poosje staan te balen op zijn promotieveld. Via diagonaal slaan naar een uiterste rand toe, kan niet gepromoveerd worden. Het noteren van de zetten krijgt geen aandacht, wat geen wonder is als het de Engelse notatie betreft en ‘onze’ manier kunnen we zelf wel bedenken met een uitbreiding van velden zoals e14 en k10. Gelukkig zijn we af van de (meestal) onjuiste uitdrukking wit begint, zwart wint want die kleuren doen niet meer mee. Zuid-Afrikaanse logica?

Terug naar Zutphen waar vorig seizoen een soepele overwinning werd behaald met 6-2. Van het toenmalige basisteam maken Theo Visschedijk en Lex Cornelisse geen deel meer uit, zij spelen nu in een Schaakstad-team met een heel hoog nostalgisch gehalte. Jan Walpot viel in voor de verhinderde Frans van Dijk. Ook nu werd gewonnen, na harde strijd, met 5-3 en dat was niet vanzelfsprekend met een tussenstand van 3½‒2½ en nog twee tijdnoodduels te gaan. Beide verliespartijen kwamen op naam van beide chauffeurs, zou dat dan toch van invloed zijn? Verder vielen de vier laagste borden op wegens de bezetting door meer dan de helft van het bestuur. De wedstrijd ontwikkelde zich als volgt.

1‒0 Steven als eerste klaar zonder een spoor van tijdnood, het kan ook heel anders en dat maken we vaker mee bij hem! In de opening een stuk voor tegen twee pionnen met een gemakkelijk speelbare stelling. Dat betekent minder gemakkelijk voor de tegenstander, die op zeker moment alleen nog maar uit slechte zetten kon kiezen en na een vork op beide torens de strijd staakte.

2‒0 Jan kreeg een opening van Michael Basman voorgeschoteld met 1. g4 en werd gedwongen meteen goed na te denken. Niks geen routinematige ontwikkelingszetten! Hij kwam moeilijk en volgens eigen zeggen verloren te staan, hij zag wel hoe het zou moeten, de tegenstander niet en Jan kon zich uit die omklemming loswerken. Dat leidde tot drie zwarte centrumpionnen naast elkaar op de derde rij en zoiets ziet er zeer dreigend uit. Na het missen van de enig mogelijke verdediging was de winst een feit.

3‒0 Véronique investeerde veel tijd in het bereiken van een gunstig pionneneindspel. Ieder drie (of waren het er vier?) pionnen op de damevleugel plus ieder ook nog een pion aan de andere kant van het bord. Die van Véronique was het verst verwijderd, moest door de zwarte koning worden opgehaald en daardoor beslissende infiltratie mogelijk binnen de vijandelijke linies.

3‒1 André dacht op zet 14 slim een pionnetje mee te pakken. Die bleek echter nogal giftig te zijn want via een aangevallen loper, gevolgd door een tussenschaak raakte hij twee pionnen kwijt en dus één in de min. Zijn veronderstelde compensatie was het loperpaar samen met een furieuze koningsaanval, die koeltjes en sterk spelend weerlegd kon worden. Het mat zetten van de eigen weerloze koning met dame en toren, bleek daarna een fluitje van een cent. Als rechtgeaard teamleider vond André het leed een beetje verzacht worden door de matchpunten, die mee naar Apeldoorn gingen. Dat vond ik later ook…

3½‒1½ Marco had zijn tegenstander volledig ingesnoerd en zo’n beetje alles wat gepend kon worden, was gepend. Onder die druk leek Wim van Meeteren op te gaan geven, begon in zichzelf te mompelen over allerlei mogelijkheden, die tot mat zouden leiden en deed de enige zet zonder een geforceerde voortzetting. Sterker, het bleek achteraf de enige zet zonder onmiddellijk verlies, nog sterker, het leidde zelfs tot remise en dat was heel verrassend.

3½‒2½ Mijn opening verliep zodanig bevredigend, dat het bekende rekentuig-oordeel White is much better van toepassing was. Maar white vergat dat je dan door moet pakken en dat gebeurde niet. En liet zich in de luren leggen met het latere oordeel M8 voor zwart. Dat zag ik wel (de eerste vijf zetten waren gedwongen), Jos Landsheer niet en ik kon mij uit de penarie zwendelen met remise voor het grijpen. Dacht in een herhaling-van-zetten combinatie te zitten, daardoor ging het brein op slot, er kwam een blunder uit de vingers en kon meteen opgeven, op de 65e zet. Dan helpen dooddoeners als ’toch wel lekker gespeeld’ en ‘het was best een leuke partij’ natuurlijk voor geen meter. Alleen het vreselijke ‘het is maar een spelletje’ zal nooit over mijn lippen of uit mijn toetsenbord komen.

4½‒2½ Met nog twee tijdnoodduels aan de gang leek alles mogelijk hoewel Frie een pion voor stond in een dame-pionnen eindspel. In vliegende haast overzag hij in eerste instantie het opheffen van schaak door het tussen plaatsen van de dame met ook schaak voor de ander en dus dameruil en daarmee winst. Dat ontging René Meijer ook waardoor het even later in de herhaling alsnog gebeurde en dus inderdaad winst.

5‒3 Bij Nico ontstond een erg onoverzichtelijke stelling met voor hem een pion meer met in die tijdnood veel gooi- en smijtwerk. De Zutphense teamleider won de pion terug en leek zo opgelucht dat hij meteen over remise begon en dat werd ook meteen aangenomen.

   Zutphen 2               - Schaakstad Apeldoorn 1       3-5
1. René Meijer        1639 - Frie van Belle        1879   0-1
2. Olav Wilgenhof     1742 - Jan Walpot            1807   0-1
3. Peter Dupain       1683 - André Huis in 't Veld 1778   1-0
4. Gerrit Ruegebrink  1664 - Nico Olivier          1746   ½-½
5. Jos Landsheer      1660 - Bert Baas             1735   1-0
6. Ruud Hoenderdos    1602 - Steven Braun          1731   0-1
7. Jacques Ferfers    1571 - Véronique Hijl        1692   0-1
8. Wim van Meeteren   1529 - Marco Beerdsen        1651   ½-½
   Gemiddelde rating: 1636   Gemiddelde rating:    1746

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.