Censuur

Wanneer met het drukken van boeken is begonnen en waar en door wie, valt niet met zekerheid te achterhalen. Iedere beschaving denkt daar anders over en heeft haar eigen uitvinder. Zeker is dat het verspreiden van kennis, informatie en andere meningen via het gedrukte woord, vanaf het begin een groot succes is geweest. En dan wordt het ‘wie’ moeilijk want succes kent vele vaders. Waarom moeders in het spreekwoord niet aan bod komen is een raadsel, hun rol bij en vóór een geboorte overstijgt die van vaders in hoge mate.

Het succes was soms zo groot, dat de heersende macht het verspreiden van inzichten anders dan van henzelf, met kracht heeft tegengewerkt en zelfs verboden. Want het is veel gemakkelijker om ‘dom gehouden volk’ onder de duim te houden dan mensen, die zich ontwikkelen. Die worden lastig en opstandig en gaan hinderlijke vragen stellen en dan moet je maar afwachten waar dat eindigt. Dat wisten die machthebbers kennelijk heel goed: kennis maakt macht! Het verbieden of manipuleren van informatie vanuit een machtspositie, heet censuur en is van alle tijden. In ons land zijn twee langere periodes aan te wijzen met een algemene censuur van ‘bovenaf.’

Johan van Oldenbarnevelt en prins Maurits (zoon van Willem van Oranje) waren twee machtige mannen in het begin van de Republiek der Nederlanden, een dikke 400 jaar geleden. Zij kwamen onderling in conflict waarover niet bericht mocht worden, vond het bestuur van Amsterdam, toen al net zo stronteigenwijs als tegenwoordig. De bestuurders dachten hun gezag te kunnen ontlenen aan het feit dat Amsterdam destijds het boekdrukcentrum van Europa was en oefenden daarop strenge controle uit. Joost van den Vondel liet zich niet beknotten en maakte gebruik van de literaire truc allegorie om misstanden in het conflict aan de kaak te stellen. Hiermee kwam hij zelf in botsing met justitie en de (machtige) kerk. Voor de eerste keer was sprake van echte censuur in ons land.
De tweede periode was 200 jaar later tijdens de Franse overheersing. De overheid dacht het slim aan te pakken om al vooraf te beoordelen of wel of niet een boek gedrukt mocht worden. Er werden vooral vergunningen verstrekt aan drukkers, die aan de leiband van de Fransen liepen en gestuurd konden worden qua berichtgeving. Dat verschijnsel kun je tegenwoordig op vele manieren nog steeds zien gebeuren, niets nieuws onder de zon…

Over ‘de machtige kerk’ gesproken, die kon er ook wat van! Zo ongeveer vanaf het begin hanteerde het Vaticaan een lijst met verboden boeken, die de katholieken niet mochten lezen vanwege de verderfelijk geachte inhoud. Het hoeft geen betoog dat die lijst, bekend als de index librorum prohibitorum of kortweg index door progressieve gelovigen als eerste werd geraadpleegd om te bepalen wat men vooral wel moest lezen. De index heeft tot in de 20e eeuw bestaan.
Het geloof of een religie geeft velen steun en troost, maar is ook verantwoordelijk voor meer dan 90 procent van alle oorlogen in de wereld ooit, heb ik ergens gelezen. Met het klimaat als nieuwste religie, wordt het er niet beter op. Bij een toenemende wereldbevolking lijkt de onderlinge intolerantie ook toe te nemen (te veel ratten in een te kleine ruimte…) en op sociale media wordt hiervan vaak op asociale wijze blijk gegeven. Die intolerantie is niet nieuw want de christelijke kerk dacht bijna 1000 jaar geleden al orde op zaken te moeten stellen en begon daarom de kruistochten richting Palestina. Voor een genuanceerd oordeel is het lezen van Op, op, ten strijde, Jeruzalem bevrijden! van de inmiddels overleden arabist Hans Jansen aan te bevelen. Een prachtig boek, naar mijn mening. Andersdenkenden dichter bij huis werden door ‘de kerk’ veroordeeld als afvalligen en ketters, die met harde hand via een speciale rechtbank, de Inquisitie, weer op het rechte pad moesten worden gebracht. Dat liep niet altijd goed af voor het slachtoffer.

Ook voor kortere periodes of in kleinere kring is censuur van toepassing geweest en nog steeds. De Duitse bezetters bepaalden in 1941 wat wel en niet in druk mocht verschijnen. Dat leidde tot verboden publicaties in de vorm van illegale verzetskranten en betekende de oorsprong van dagbladen Het Parool en Trouw. In de kleinere kring van een gezin met opgroeiende kinderen zijn het de ouders die zich terecht bekommeren om hun kroost. Niet alles wat in druk verschijnt (of in games of op internet) is geschikt voor de tere kinderziel. In het begin van de jaren vijftig was ik nog geen ouder maar jonger en in ontwikkeling en las veel en graag en alles. Ons dorp had nog geen officiële bibliotheek destijds, maar wel een schoenmaker die zijn zaak had volgestouwd met vele duizenden boeken om uit te lenen, als bijverdienste. Een geslaagd voorbeeld van een schoenmaker, die zich niet bij zijn leest alleen hield! Iedere week haalde ik daar vier of vijf boeken en dat jaren achtereen. Mijn ouders vonden lezen belangrijk dus geen veto en behalve Dik Trom, Arendsoog, Dieren in ons eigen land, Old Shatterhand, Conny Coll, enzovoort, las ik ook boeken van de hoogste en achterste schappen. Daar lag de minder geschikt geachte literatuur voor jongeren zoals de avonturen van Bob en Daphne en ook Fanny Hill met haar zeer vrijmoedige ontboezemingen. Plus Lolita, het meesterwerk van Vladimir Nabokov dat nog steeds tegenstrijdige meningen oproept. En in 1960 veroorzaakte Ik, Jan Cremer eveneens heel veel opwinding. Boeken in de trant van Dracula lagen ook achteraan, maar niets van die schappen was verboden door de overheid. Het laatste echt verboden boek is volgens mij Mein Kampf geweest.

In 1937 (Euwe raakte zijn wereldtitel kwijt maar dat heeft niets met censuur te maken) wilde de rooms-katholieke kerk heel graag een boek verboden zien worden door de regering. Ondanks veel druk door de invloedrijke RKSP kwam er geen verbod waarna de eigen gelovigen streng werd afgeraden dat boek te lezen: Doctor Vlimmen van Anton Roothaert. Het enige gevolg was de verkoop onder de toonbank in plaats van erboven… De katholieke Brabander Roothaert was van oorsprong jurist, die tijdens zijn studie in Utrecht bevriend raakte met een latere veearts in Eindhoven. En in contact kwam met een Tilburgse banketbakker, die zwaar met ‘de kerk van Rome’ overhooplag door zijn echtscheiding. Dit waren de ingrediënten voor het boek, dat zich afspeelt in het ‘dom gehouden’ Brabant van omstreeks 1930 en later. Met satanisch genoegen dendert Roothaert door de katholieke porseleinkast heen en laat geen spaan heel van de clerus. Omdat hij een geboren verteller is, boeit het boek nog steeds evenals de twee delen die later zijn verschenen, Vlimmen contra Vlimmen en Vlimmens tweede jeugd. De gelijknamige film was vooral boeiend om te zien wat men van het eerste boek gemaakt had en dat viel niet mee, vond ik. Nogal stuntelig acteerwerk ondanks Peter Faber in de hoofdrol.

Geen censuur op vrijdag 5 april tijdens de gezamenlijke slotronde van SOS klasse 1C in Arnhem bij ASA, in het Olympus college. Gezamenlijk wil zeggen met alle acht teams aanwezig in het gebouw met de vier wedstrijden in vier verschillende lokalen. Op dezelfde verdieping, dat wel en de gastheren hadden daar ook voor een geweldige catering gezorgd. De kampioen was zo goed als zeker (ASV 2), de laatste plaats helemaal zeker (VDS) en als wij met vijf bordpunten verschil zouden verliezen van Pegasus, kwam het Zwolse team naast ons op de derde plaats. Dat bleek te veel gevraagd, maar wij werden wel stevig weggespeeld met een verschil van drie. ASV 2 won probleemloos en VDS raakte van de nul af door een gelijkspel in waarschijnlijk de laatste wedstrijd in hun 83-jarig bestaan.

In de eerste wedstrijd van het vorige seizoen wonnen we van Pegasus in Zwolle met 6‒2 waarbij ‘alles’ onze kant op viel en nu nagenoeg andersom tegen een heel homogeen team. De teamratings deden een deling van de punten vermoeden en tot 2‒1 voor ons klopte dat beeld heel aardig, maar daarna nog slechts een schamel halfje. Dat ging als volgt:

1‒0 Frie wist in een gelijkopgaande strijd het loperpaar te verwerven en ging er eens goed voor zitten om dit strategisch voordeel uit te bouwen naar meer. Het zitten duurde niet lang noch het uitbouwen want er werd een paard in de aanbieding gedaan, partij voorbij.

1½‒½ Bij Lex en zijn tegenstander ging het eveneens gelijk op zonder cadeautjes zodat de remise een logische uitkomst was.

2‒1 Na de rustige puntendeling door André stonden we omstreeks 22.00 uur voor de laatste keer op voorsprong en begon de fase waarin censuur misschien beter zou zijn geweest. Toch maar even door een paar zure appels heen bijten…

2‒2 Pegasus heeft in zeven wedstrijden slechts twee keer een invaller nodig gehad, kent qua rating weinig echte uitschieters en speelt in wisselende opstellingen. Vandaar het woord homogeen. Tegen Antal van Ravensteijn had ik het idee beter uit de opening te komen met een flexibele positie. Misschien iets te flexibel want na een verkeerde zetvolgorde moest ik mij in bochten wringen om nadeel te voorkomen. Pionverlies had ik beter kunnen accepteren in plaats van het krampachtig te willen verhinderen met als gevolg een ingesloten toren.

2‒3 Frans werd langzaam maar heel zeker planmatig opzij gezet met ook hier het kwijt raken van een toren. Naar eigen zeggen geen schijn van kans gehad.

2‒4 Gerard Trentelman hield zijn koning in het midden en rokeerde dus niet. En daardoor Marco in het ongewisse naar welke kant zijn stukken te dirigeren om een aanval op die koning te beginnen. Door het midden denk je dan, maar daar stond het dicht. Omgekeerd lukte het wel en Marco leek net te laat om zijn koning een veilig heenkomen te bieden, dat kostte ook nog eens veel tijd met een niet te vermijden matnet als uitkomst.

2½‒4½ Geen tijdnood voor Steven dit keer maar ook geen uitgesproken voordeel en dat gold voor beide spelers en daarmee een normale remise.

2½‒5½ Verschillende zegswijzen voor een bepaald fenomeen: een koekje van eigen deeg, de bedrieger bedrogen of, zoals de Fransen het zo aardig zeggen: l’arroseur arrosé, de begieter begoten of de besproeier besproeid. Het overkwam Theo, die via een onderste lijn combinatie eerst een pion won en daarna mat-in-1 dreigde met dame en loper. Maar zijn tegenstander was uiteraard aan zet en die toverde ook een onderste lijn combinatie uit de hoge hoed met een soort Zwickmühle-motief via toren en paard met als uitkomst dameruil en zelf een toren kwijt, voor de derde keer deze avond aan onze kant.

De vier hoge borden zaten in de auto van Theo (als enige 0) terwijl Lex de vier lage borden vervoerde (als enige niet 0). Het dient gezegd: hij heeft het slechts twee keer over ‘drie nullen’ gehad, bij het instappen in Arnhem en het uitstappen in Apeldoorn. Misschien onderweg ook nog een keer, maar dat kon ik niet goed verstaan…

   Pegasus 1                   ‒ Schaakstad Apeldoorn 1          5½‒2½
1. Mike van Halm          1787 ‒ Frie van Belle          1849     0‒1
2. Krine Faber            1789 ‒ André Huis in 't Veld   1778     ½‒½
3. Bernard Holtrop        1761 ‒ Theo Visschedijk        1813     1‒0
4. Han Hubers             1825 ‒ Steven Braun            1739     ½‒½
5. Gerard Trentelman      1728 ‒ Marco Beerdsen          1651     1‒0
6. Antal van Ravensteijn  1820 ‒ Bert Baas               1725     1‒0
7. Marcel Pol             1517 ‒ Lex Cornelisse          1674     ½‒½
8. Menno ter Braak        1700 ‒ Frans van Dijk          1725     1-0
   Gemiddelde rating:     1741   Gemiddelde rating:      1744

eindstand klasse 1C

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.