4. Ons Genoegen
OG (pas opgericht) – Hoog Soeren (GSB) 4-4
Pas opgericht! Ergens in de eerste maanden van 1938? Of kan ‘pas’ nog langer geleden zijn? Dat GSB is een beetje merkwaardig omdat de GOSBO ook bestaat. Hoe zit het in feite met die bonden?
Op 23 mei 1873 werd in Den Haag de Nederlandschen Schaakbond opgericht die verandert in KNSB, dankzij Euwe met een kleine onderbreking zoals eerder toegelicht. In 1924 zag District Deventer het levenslicht en in 1931 de Geldersche Schaakbond. De GSB werd begin 1934 opgeheven toen het Deventer district werd omgedoopt tot de Geldersch-Overijsselsche Schaakbond. Daarom wordt 1924 ook wel genoemd als het eerste jaar van de GOSBO. Maar we zijn er nog niet. Want een half jaar later, in juli 1934, wordt de GSB heropgericht onder de naam Oost-Geldersche Schaakbond om in 1937 weer als GSB verder te gaan. De krant vond in 1938 dat Hoog Soeren lid was van de GSB. Ik kan het ze niet kwalijk nemen. Twee bonden dus met ‘Geldersch’ in de naam. Dat is natuurlijk te veel van het goede en beide bonden fuseren tot de Oostelijke Schaakbond OSBO op 7 september 1946. Hiermee vergeleken verbleken de avonturen van de politieke partij 50Plus, bijna…
Nog verder naar het oosten werd de Twentsche Schaakbond opgericht op 4 juli 1936. Vijftig jaar later blijkt in de loop der tijden de naam gewijzigd te zijn in SBO, de huidige Schaakbond Overijssel. Ten westen van Gelderland werd in 1931 de Stichts-Gooise Schaakbond gesticht. In april 2018 besloten de drie bonden SBO, OSBO en SGS tot een nieuwe gezamenlijke regionale competitie. In het najaar van 2018 zijn teams van acht en vier van start gegaan in de SOS. Hoe zou men toch aan die naam zijn gekomen?
In maart 1941 vindt waarschijnlijk de eerste ontmoeting plaats tussen OG en ASV/G. De voorsprong in ervaring komt doeltreffend tot uiting: 3-14… De toelating tot de GOSBO volgt in oktober 1941. Secretaris is C.A. Dekkers en het clubgebouw in ’t Hof van Gelre, het hotel in de Hoofdstraat. Die toelatingsdatum wordt ook wel als begindatum beschouwd. Ook hier echter twijfel, want het Huishoudelijk Reglement van september 1946 meldt 23 september 1946 als de nieuwe (her)oprichtingsdatum van OG. Vastgelegd bij de KvK in Zutphen. En bepaalt dat het bestuur dient te bestaan uit een v, s, p, w en aa. Het lijkt wel een kwaliteitsaanduiding van cognac. Namen van het eerste uur zijn mij niet bekend. De Algemene Vergadering van september 1961 in hotel Bannink aan de Arnhemseweg (waar men inmiddels speelt, het bestaat niet meer), met als enige agendapunt het kiezen van een bestuur, kiest: A. (André) Oosterveld voorzitter (opvolger van C.H. Tweehuyzen), G. de Weert secretaris (opvolger van J. Postma) en W. (Willem) Logtenberg penningmeester (herkozen). Wedstrijdleider wordt F.J. van der Peppel en D. Kappenburg algemeen adjunct. Een aa is breed inzetbaar en klinkt natuurlijk beter dan mva, manusje-van-alles. Twee weken later, in de AV van 3 oktober 1961 wordt Nanno Brattinga als nieuw lid hartelijk welkom geheten.
In Bannink wordt voor de laatste keer gespeeld op 26 februari 1963 nadat de zaalhouder zich een paar keer korzelig had uitgelaten ‘die schakers’ liever kwijt dan rijk te zijn. Die schakers waren meteen af van de geluidsoverlast door een oefenende muziekvereniging. Het is lastig denken met donderslagen op twee pauken in de belendende zaal. De week daarop begint men in het clubgebouw in de technische school aan de Brinklaan.
In augustus 1965 wordt de zieke Oosterveld opgevolgd door L. Torn en de AV benoemt André Oosterveld tot erelid. Het clubhuis is inmiddels gebouw Sion in de Eendrachtstraat. De naam Sionburg op een parkeerbord is van dit gebouw de laatste getuige. Op 1 september 1966 wordt Dick van der Linde als lid ingeschreven. Op 19 december 2006 (40 jaar later) volgt zijn 50-jarig schaakjubileum samen met Nanno Brattinga (na 45 jaar). Je kunt er maar beter op tijd bij zijn… Beiden worden bij die gelegenheid tot erelid benoemd.
Torn blijft drie jaar voorzitter. Het verslag van augustus 1968 meldt zijn vervanging door F. (Freek) Gerringa. Terloops wordt ook de aangegane fusie met De Pion aangestipt ofwel ‘de VAD-spelers’. Het gevolg is een aanwas van zeven personen waarmee het ledental op 27 komt. Eén van de nieuwe mensen is J.E. (Jan) Diekmann. Hij is voorzitter van De Pion (sinds 1959, toen opgericht vooral door toedoen van secretaris E. Kroon) en de grondlegger van het regionaal bekende Micro-toernooi, voor het eerst in 1962-1963. VDS Beekbergen wint groep A en OG (met Nanno Brattinga) is winnaar in B. Nog een initiatief van hem, in 1985, was het overdag schaken wat nu bekend is, hoe is het mogelijk, als Schaken Overdag, op maandagmiddag in buurtcentrum ’t Vogelnest aan de Spreeuwenweg. In 1990 begint De Schaakmaat dezelfde activiteit met dezelfde naam op donderdagochtend, de laatste jaren in dok Zuid, het wijkcentrum aan de 1e Wormenseweg.1
In augustus 1969 wordt Diekmann voorzitter van OG en zal dit blijven tot augustus 1990 en A.C. (Lex) Cornelisse hem opvolgt. De OSBOde van oktober 1984 meldt zijn 25-jarig jubileum als voorzitter van SV Apeldoorn, maar dat is aantoonbaar onjuist. ‘Bestuurlijk actief’ zou correct zijn geweest. In de loop van 1970 blijkt Sion te klein en betrekt men het gebouw Licht en Leven in de Troelstrastraat, dat inmiddels al weer een tijd geleden is gesloopt. Het vertrek was tot opluchting van het Sion-bestuur want ‘die jeugd van Diekmann’ was boven regelmatig aan het donderjagen en dat kon echt niet door de beugel. Diekmann wordt voor zijn vele verdiensten op vele manieren geëerd, onder meer als erelid. Volgens het verslag in de Apeldoornse Courant was hij op 2 november 1991 zodanig verrast (en ontroerd) dat hem woorden tekortschoten, eindelijk… Zelf heb ik plezierige herinneringen aan deze markante man, die ‘zijn’ schaakclub zo hoog had zitten dat milde kritiek al tot aanvaringen kon leiden.
1 Na de zomer van 2020 (en na de coronacrisis) eveneens in ’t Vogelnest.
5. Persoonlijk intermezzo

Op 28 december 1971 won ik een afgebroken partij tegen J.A. (Johan) Voorhans, bij hem thuis. Later werd het de woning van de familie Van der Elburg. Wie weet heeft Freddie in dezelfde kamer zijn huiswerk nog gedaan of schaakopgaven opgelost. Tegen vader Wim heb ik drie keer gespeeld en diens nederlagen zijn door Freddie inmiddels op passende wijze beantwoord.
De naam F.E.J. van Dijk zie ik op de presentielijst van de jaarvergadering van augustus 1972. Een maand later spelen Frans en ik voor het eerst tegen elkaar, vijf keer in totaal destijds. Het Micro-toernooi kent in oktober 1972 de ontmoeting Philips–ASG met op het vijfde bord Baas–Bouwer. Op bord 1 H. (Harry) Bleeker voor Philips en lid van ASG. In februari 1974 nog een keer maar dan in de eerste klasse van de OSBO, ASG tegen OG. H.J. Scholten, lid geworden in 1974, en ik komen elkaar op het bord tegen in november van datzelfde jaar. Dat moet Henk wel zijn geweest gezien de voorletters in mijn notatieboekje. A.J.M. (André) Huis in ’t Veld zit tegenover mij in juli 1975.
Tegen alle vier in 2018 ook al weer gespeeld, decennia na dato. Ik had het vaste voornemen om niet één keer de opmerking ‘waar blijft de tijd’ te maken, maar dat is moeilijk vol te houden… A.E. (Erik) Buitenhuis wordt lid in 1975, we zullen elkaar vast wel eens gezien hebben maar we kunnen het ons niet herinneren. Wat wil je ook, een ‘jong broekje’ van 15 en een ‘ouder clublid’ van al 30. De laatste keer namens OG was in december 1975 tegen Burgers van Pallas 3 die op de 29e zet door zijn vlag ging. Twee weken voor mijn vertrek naar Philips in Eindhoven.
2 In 2019 lid van Schaakstad geworden.
6. Ons Genoegen vervolg
Op 14 oktober 1974 wordt De Schaakmaat opgericht. Altijd handig, drie verenigingen, voor spelers die om voor hen geldende redenen, over en weer wensen te hoppen. Dat gebeurt dan ook zo af en toe. In de beginperiode waren enkele bestuursfuncties eveneens dubbel bezet, verderop meer over De Schaakmaat.
Het OG-bestuur vergadert 24 november 1975 bij Gerringa thuis om het voorstel te bespreken van ASG-voorzitter Van de Poll om tot een fusie te komen. Het bestuur toen: Diekmann (v), Baas (s), Boersma (p), Gerringa (w), Cornelissen (aa) en Minne Hielkema (aa). De verhinderde G. Oosterbroek was inmiddels Vetter opgevolgd. De club telde op dat moment 107 leden.
Het eerste clubblad De Schakert verschijnt in januari 1977 en het bestuur bestaat dan uit Diekmann (v), Boersma (s), Gerringa (p) en Van der Elburg (w). OG en ASG spelen in de OSBO Promotieklasse. Het blad sluit af met de bespreking van de partij P. Boel ‒ P.S. Kruithof door Peter Boel, Harrie de Bie en Marcel Boel. Plus De Jeugdhoek met een verslag door Harrie over hun deelname aan een vierdaags jeugdtoernooi in Zwolle samen met Cees van Bohemen, André Huis in ’t Veld, Jaap Ploeg en Marcel Pol. Onder leiding van Cees Hoogendoorn en Jan Diekmann.
Via de clubbladen kom ik de namen tegen van Eddy Homburg, Ap Ketting, Nico Olivier, Erik Buitenhuis, Dannie Beijk, Freddie van der Elburg met zijn rubriek Korte partijen en Jan Walpot. Ook de opmerkelijke belevenissen van Japie in de cartoons van Ap mogen niet onvermeld blijven. Dannie Beijk en ik zijn jaren later club- en teamgenoten bij MSC in Mierlo waar we intern vaak de degens gekruist hebben. Hij speelt nu bij WLC Eindhoven en is tevens voorzitter.
André Huis in ’t Veld treedt toe tot het bestuur in 1977 en heeft tot 1994 de activiteit ‘Toto en lotto’ verzorgd. Dat heeft met financiën te maken, altijd belangrijk voor welke vereniging dan ook. Wedstrijdleider tot 2000 en daarna secretaris tot 2003. En al jaren gehuwd met Jolanda Diekmann, maar dat staat er los van.
Ap Ketting versterkt het bestuur in 1985 als algemeen adjunct. Hij leerde schaken in 1972 en richtte met een vriend De Mattenkloppers op. De club speelde in Orden, bestond slechts een jaar of vier (te weinig leden) en had een jeugdafdeling. Er werd opgeleid voor de bekende schaakdiploma’s en daardoor maakte Ap kennis met examinator Diekmann. Het spelen in clubverband beviel hem zozeer dat hij na de opheffing lid werd van SVA, de club ‘van’ Diekmann. Hij kan meepraten over onderlinge aanvaringen (zonder echt een hekel aan elkaar te hebben), is daarom een poosje lid van De Schaakmaat, komt weer terug, blaast in 1994 de kwakkelende jeugdafdeling nieuw leven in, is intern competitieleider, kondigt in 2001 zijn aftreden als jeugdleider aan, tekent cartoons in clubbladen, verzorgt de 10 vragen interviews, schrijft prachtige stukjes met de nodige zelfspot (lees bijvoorbeeld TomTom nog maar eens na), staat garant voor de Grap van Ap, is clubblad redacteur, beheert jarenlang met echtgenote Dini op winstgevende wijze de bar, speelt extern schaak tot 2016, intern tot voorjaar 2017 om heden ten dage op maandagmiddag ’t Vogelnest onveilig te maken. Om daar bijna ook nog de naar hem vernoemde bokaal te winnen. Wat hij wel won is de wisselbokaal (en boekenbon) voor de schoonheidsprijs, Micro-toernooi 1981-1982 groep F, weet je dat nog Ap? Misschien vergeet ik wel iets, een duizendpoot verschrompelt met hem vergeleken. Als iemand het erelidmaatschap verdient, is hij het wel. Wat dan ook gebeurt in de ALV van 16 september 2015: Ap erelid!
Lex Cornelisse wordt bestuurslid in 1988 en volgt twee jaar later Diekmann op als voorzitter tot aan het samengaan met ASG in 2003.
Henk Scholten komt in 1991 in het bestuur als algemeen lid, waarbij wat later het materiaal onder zijn hoede komt (onze material man om Madonna te parafraseren) en hij vervangt de voorzitter in voorkomende gevallen.
Marcel Boel gaat, ook als algemeen lid, in 1993 aan de slag (tot 2002) en vormt een paar jaar later de verbinding tussen het bestuur en de KNSB-teams. Het eerste team (SVA inmiddels) bereikte pas in 1995 de landelijke bond en wordt meteen kampioen in hun derde klasse. Een insider is bij uitstek geschikt voor die verbindingsrol. Het indelen van de teams hoort er ook bij en gebeurt in overleg met André Huis in ’t Veld en de teamleiders. Ed Blankestijn is penningmeester van 2001 tot 2003.
Laatst bijgewerkt: 13/10/2024
← Historie Schaakstad Apeldoorn (I) Historie Schaakstad Apeldoorn (III) →