Over schaken, verwachtingen en stoïcijnen

Is er een grotere uitdaging dan een geslaagde start in een nieuwe competitie met een volledig nieuw team een mooi vervolg te geven? De eerste zin van dit wedstrijdverslag begint al goed: vier bijvoeglijke naamwoorden, waarvan in ieder geval enkele de verwachtingen al weer behoorlijk opstuwen. Over verwachtingsmanagement gesproken: toch maar eens een cursus teamleider gaan volgen?

Onze eerste thuiswedstrijd tegen Amersfoort 3 was in een aantal opzichten een nieuwe ervaring. De belangrijkste was dat we voor het eerst met vier teams tegelijkertijd een competitiewedstrijd in het denksportcentrum zouden gaan spelen. In totaal dus 68 schakers aan de slag. Vooraf was duidelijk dat dat onmogelijk in de reguliere speelaccommodatie zou passen, al was het maar omdat zoveel schakers in die ruimte de temperatuur (en geur!) naar een ongekend niveau zouden stuwen. Met z’n allen in de veel grotere ruimte was daarom vooraf het devies. Wie schetst mijn verbazing dat er toch besloten was om de teams te splitsen: het vierde in de grote ruimte en de drie andere teams in de reguliere schaakzaal. Het argument hiervoor was dat het eerste team per se in de kleinere zaal wilde spelen omdat men daar rustig zou kunnen schaken. Ik kan ze daar geen ongelijk in geven, ware het niet dat er wat vervelende consequenties voor anderen aan vast zouden zitten. Hierover later meer.

MuConsult Apeldoorn 4

De eerste uren van onze wedstrijd verliepen in alle rust maar helemaal niet volgens de hierboven al genoemde en opgebouwde verwachtingen. Op een aantal borden ontwikkelde het spel zich zodanig dat een aantal verliespartijen zich leken aan te dienen. Zo kwam Erik aan bord 3 zeer moeizaam uit de opening en verloor Rob aan bord 1 al vrij snel een kwaliteit. Ook aan bord 7 had Raymond geen gelukkige start en keek na circa twintig zetten tegen een grote materiële achterstand aan. Was hier sprake geweest van de spreekwoordelijke zwaluw die – na de winst in de eerste ronde – toch geen mooie schaakzomer voor het team aankondigde?

Dan nu maar naar het chronologische verslag van de wedstrijd.

Aan bord 2 wist Véronique op haar eigen, degelijke manier een mooie stelling op te bouwen, die – voor mij – onverwacht snel tot winst zou leiden. Als een tijgerin die haar welpen verdedigde beet ze zich vast in haar voordeel en wist op enig moment een kwaliteit binnen te halen. Véronique liet haar tegenstander niet meer los en sleepte het eerste punt van de dag binnen. Haar tweede achtereenvolgende winstpartij in dit seizoen (1-0).

Haar buurman Rob aan bord 1, speelde zijn eerste wedstrijd in ons team en leek nog een beetje te moeten wennen. Zijn tegenstander zette hem met een stevige aanval op de damevleugel al snel dusdanig onder druk dat er een witte pion op b6 verscheen die weliswaar van meerdere kanten geslagen kon worden maar geen van de mogelijkheden zou zonder materiaalverlies kunnen worden afgewikkeld. Niets doen was ook geen optie want dan zou de pion met desastreuze gevolgen opstomen naar b7 en een spreekwoordelijke slachting aanrichten. Rob besloot een kwaliteit te geven in de hoop daarmee de ergste dreigingen te hebben weggenomen. Zijn tegenstander speelde het voordeel echter min of meer foutloos uit en Rob kon al vrij snel zijn koning omleggen (1-1)

Een koningsgambiet staat volgens mij bekend als een redelijk scherpe opening. Aan bord 3 kreeg Erik met zwart dit gambiet voorgeschoteld. Hij nam het aan en koesterde even het genoegen van een pion meer. In al zijn enthousiasme meende Erik ook nog met zijn dame via b6 te kunnen slaan op b2, zonder zijn ontwikkeling eerst af te ronden. Dit was een lelijke misrekening want de dame leek te worden gevangen. Met veel moeite ontsnapte de dame, maar uiteraard met een prijs. Erik leek onder de voet te worden gelopen door zijn tegenstander en in gedachten had ik al een nul genoteerd. Op enig moment bleek Erik zich toch als een ware Houdini uit de schaakketenen van zijn tegenstander te hebben gemanoeuvreerd en kon hij afwikkelen naar remise (1½-1½). De eerste meevaller was daarmee binnen.

Henk speelde aan het vierde bord op de voor hem bekende manier: zeer degelijk, rustig, een beetje onopvallend. Langzaam maar zeker werd zijn tegenstander in de mangel genomen en werd de druk steeds meer opgevoerd. Op een bepaald moment werd de druk te hoog en gaf zijn tegenstander op. Een python of anaconda kan het niet beter (2½-1½).

De jongste telg van het team, Fabian, en onze ‘rising star’ want hij is inmiddels degene met de hoogste rating (1692), kwam goed uit de opening en stuurde op een rustige manier, langzaam maar zeker zijn tegenstander het spreekwoordelijke schaakbos in. Op enig moment meende ik te zien dat hij met Td5 de winst zou kunnen binnenhalen, maar hij wachtte hiermee nog enkele zetten. Ongetwijfeld zal hij het beter hebben gezien dan ik… Daarmee haalde Fabian zijn tweede achtereenvolgende overwinning voor het team binnen (3½-1½).

Na enkele uren waren er nog drie partijen volop bezig. In de andere zaal waren inmiddels ook partijen afgelopen en stroomde de grote zaal vol met spelers die hun partij wilden analyseren en hun stem na een paar uur stil te zijn geweest weer wilden gebruiken. Dat er in dezelfde ruimte nog een ander team zat te schaken (en dus ook diezelfde stilte nodig had) was min of meer aan dovemansoren gericht: er is geloof ik wel twintig keer gevraagd om stilte door onze voorzitter, door Henk Scholten en mijn persoontje, maar zonder veel resultaat. Na een paar minuten was het geluidsniveau weer als vanouds. Jammer dat een aantal schakers die zelf graag in een stille omgeving hun partij willen spelen hun collega’s niet datzelfde geven. Daarbij moest ik denken aan die ene gouden leefregel c.q. wijsheid van een aantal bijbelse profeten en filosofen: ‘Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet.’ We moeten over de praktische gevolgen van deze wijsheid binnenkort nog maar eens praten en onderzoeken of er verbeteringen mogelijk zijn.

De resterende spelers (Jan, Raymond en Karin) hadden blijkbaar in hun systeem nog herinneringen aan en tips van een oude Griekse filosofische School opgeslagen want als ware stoïcijnen speelden zij hun schaakpartijen, ondanks het geluid in de zaal, verder. “Richt je aandacht op het werk-(lees: schaak)oppervlak” en “doe wat voor je ligt”. In dit geval: speel je schaakpartij verder zonder je te laten afleiden door je omgeving.

Aan bord 6 speelde Jan met zwart (volgens mij) een Siciliaan. Zijn tegenstander offerde daarin een pion, zonder dat er op het oog sprake was van enige compensatie. Jan bouwde zijn stelling rustig verder uit, moest nog wel even wat aan time management doen (“hoe was het ook al weer met het speeltempo in de KNSB-competitie?”) maar redde zich daarmee uiteindelijk prima. Op enig moment bouwde Jan een kleine muur van pionnen naast elkaar op de a- en b-lijn waarmee een wit paard op b1 volkomen out of play werd gezet. Op deze manier kreeg Jan de ruimte in het centrum en op de andere vleugel en leidde zijn stukken koersvast naar een mooie overwinning (4½-1½). Daarmee was de tweede winst voor ons team binnen!

Aan bord 7 speelde Raymond een bizarre partij tegen een zeer jonge tegenstander. Raymond lijkt de laatste maanden zijn goede vorm te hebben verloren en verliest partijen die hij voorheen niet verloor. Ook in deze partij ging het in de openingsfase helemaal mis en verloor hij veel materiaal. Zuchtend en steunend mompelde hij tegen mij zo iets van “Ik ga toch niet van zo’n jong broekie verliezen?” Raymond geeft echter nooit op en wist, na een fout van zijn tegenstander, twee stukken tegen een toren terug te winnen en was daarna weer enigszins in de wedstrijd. Zijn tegenstander speelde te passief en gaf Raymond de gelegenheid op pionnenjacht te gaan. Langzaam maar zeker kantelde de partij en na veel geschuif met paard en toren wist hij de winst toch nog naar zich toe te trekken (5½-1½).

Ons tweede tijgerin, Karin, was de laatste speler die stoïcijns vanaf het begin haar partij opbouwde. Al vrij vroeg in de partij kon zij een pion op h7 slaan. Toen daar ook nog een ver opgeschoven h-pion van haar bij kwam leek een vroege overwinning in zicht. Wellicht iets te passief gespeeld verdween die pion echter van het bord. Blijkbaar had Karin echter voldoende compensatie en wist ze op enig moment toch gebruik te maken van de opengebroken koningsstelling. Haar tegenstander maakte vervolgens een fout waarmee zij de winst definitief naar zich toe kon trekken (6½-1½).

Zo eindigde de tweede wedstrijd na een wat moeizame start in een klinkende overwinning voor ons team. Omdat de winnaars van de vorige ronde allemaal hun wedstrijd verloren, staan we nu met vier wedstrijdpunten en met elf bordpunten alleen aan de leiding in onze poule. Op naar de volgende ronde!

   MuConsult Apeldoorn 4     - ASG 3                        6½-1½
1. Rob Izaks (z)        1654 - Wiebe de Witte (w)      1746  0-1
2. Véronique Hijl (w)   1635 - Martijn van de Zwan (z) 1556  1-0
3. Erik Buitenhuis (z)  1663 - Chris Roelandts (w)     1508  ½-½
4. Henk Pruijssers (w)  1615 - Luc Kepers (z)          1446  1-0
5. Jan Bulthuis (z)     1597 - Andre Corpeleijn (w)    1396  1-0
6. Fabian de Vries (w)  1692 - Luc Baltus (z)          1203  1-0
7. Raymond Jacobsen (z) 1534 - Peter Nitrauw           1560  1-0
8. Karin Pruijssers (w) 1555 - Leonard Kölling          (-)  1–0

foto’s op Google | stand in klasse 6A (Netstand) | WinStand

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.