Schaakstad 6: kampioen (of niet)?

Schaakstad 6 speelde op 16 april de slotronde in de 3e klasse OSBO. We waren nog ongeslagen en stonden ex aequo op de eerste plaats met het qua ELO-rating veel sterkere 1e team van Theotorne, dat vorig seizoen degradeerde uit de 2e klasse. We moesten winnen om kampioen te worden vanwege het iets minder aantal bordpunten, een ‘list’ bedenken, want als wij én onze tegenstander de normale opstelling zouden gebruiken, zouden we – op basis van ratingvergelijk en zonder verrassingen – zomaar met 6-0 kunnen verliezen. Dat mocht en zou ons niet overkomen was de conclusie van ons krijgsberaad op de clubavond van 11 april.

In goed overleg besloten we de speler met de laagste rating, ons aller Henk (met een rating van 1322), op te stellen op het bord waar normaal gesproken hun sterkste speler (met een rating van 1854) werd opgesteld. De overige spelers zouden geplaatst worden op basis van de meest recente stand in de interne competitie. Zo gezegd, zo gedaan, vertrokken we naar Almen: en nu maar hopen dat onze tegenstander niet ook een verrassing in petto had…

Maar nee hoor: de opstelling van onze tegenstander bevatte geen verrassingen. Wel had men, blijkbaar omdat men toch een beetje bang voor ons was, besloten om hun sterkste opstelling af te vaardigen voor deze kampioenswedstrijd. Aldus begonnen onze tegenstanders de wedstrijd met een gemiddelde rating van 1700, waar wij een ratinggemiddelde van 1425 tegenoverstelden…

Aan bord 2 gooide Henk Scholten direct aan het begin van de partij de knuppel in het hoenderhok: beter scherp spelend, strijdend ten onder dan langzaam positioneel doodgedrukt worden door een veel sterkere tegenstander. Zo gedacht, zo gedaan was het motto van Henk, alleen had zijn tegenstander geen zin om dit spelletje mee te spelen. Het offer dat Henk in de strijd gooide werd op een vakkundige manier opgepakt en al snel moest Henk het onderspit delven. (Theotorne – Schaakstad 1-0).

Aan het derde bord wist uw verslaggever in de opening een klein voordeel binnen te halen, maar dit gedurende de partij niet uit te bouwen tot een winnende stelling. Tijdens de analyse bleek dat er kansjes waren geweest, maar op het juiste moment werd er iets te voorzichtig gespeeld. Toen de tegenstander na 35 zetten remise aanbood, leek me het voordeeltje helemaal verdampt en ging ik akkoord. (Theotorne – Schaakstad 1½-½)

Pieter Leopold had aan bord 1 ook een geduchte tegenstander. Hij kwam met een geïsoleerde dubbelpion op de b-lijn te zitten, ‘volgens de theorie’ zei hij achteraf, maar een ‘pain in the ass’ vond hij. Blijkbaar had hij niet zo veel vertrouwen in een goede afloop en vroeg mij of hij remise mocht aanbieden. De andere borden zagen er toen redelijk goed uit dus in alle wijsheid zei ik tegen Pieter dat hij remise kon aanbieden. Zeker met een min of meer ingecalculeerd verlies aan bord 2 moest de winst komen van de borden 4 tot en met 6. Het aanbod van Pieter werd vervolgens afgeslagen met de mededeling van zijn tegenstander dat hij opdracht had gekregen om door te spelen. Zo gezegd, zo gedaan: Pieter vereenvoudigde de stelling kundig, ontmantelde de potentiële bom en niet veel later werd een tweede remiseaanbod ingewilligd. (Theotorne – Schaakstad 2-1)

Aad de Bruijn speelde aan bord een gedegen opening en kwam iets beter te staan, maar maakte een fout waardoor hij op enig moment een kwaliteit verloor. Met kunst en vliegwerk, een sterke loper, veel pionnen op de goede kleur en ook een aantal mindere zetten van zijn tegenstander, wist hij de stelling te houden. Opnieuw een remise. (Theotorne – Schaakstad 2½-1½)

De winst (en het kampioenschap) moest dus (laat op de avond) worden binnengehaald aan de borden 5 en 6 waar respectievelijk Ed Blankestijn en Leendert Maris hun schaakkunsten tentoonspreidden. In de partij van Ed leek hij in eerste instantie iets beter te staan, maar of dat – bij goed spel van hem – voldoende zou kunnen zijn voor winst was maar de vraag. Gelet op de stand moest Ed doorspelen en dat deed hij – met nog slechts een paar minuten op de klok – dan ook met verve. In het eindspel lukte het hem – door een fout van zijn tegenstander – twee verbonden vrijpionnen te bemachtigen en leek winst “een kwestie van techniek”. Dat laatste geldt waarschijnlijk voor de met meer talent begiftigde spelers, want Ed verspeelde op het oog een pion en bleef in een loper- met pionneneindspel “zitten” met een randpion. Gelukkig was er sprake van lopers van gelijke kleur en net op het moment dat het leek alsof er geen doorkomen aan was, toverde Ed een miraculeuze loperzet uit zijn hoed: als de loper zou worden genomen zou de vrijpion ongehinderd kunnen doorlopen naar het promotieveld en de partij beslissen. De loper niet pakken was maar iets minder slecht want dit zou leiden tot stukverlies. Nadat zijn tegenstander zijn loper had moeten opgeven was het uitspelen van de partij ook voor Ed “slechts een kwestie van techniek”. Een prachtige overwinning die ons weer op gelijke hoogte bracht en het kampioenschap weer aan de horizon deed gloren. (Theotorne – Schaakstad 2½-2½)

Aan bord 6 was Leendert Maris al vrij snel na de opening in een loopgravenoorlog terechtgekomen, waarbij hij beter stond en een stevige aanval op de koningsvleugel optuigde. Zijn tegenstander wist elke aanval echter te pareren en het lukte Leendert niet om een doorbraak te forceren. Toen in de gesloten stelling het accent even verlegd werd naar de damevleugel, maakte Leendert diep in de wedstrijd een fout, waardoor zijn tegenstander het initiatief naar zich kon toe trekken en niet lang daarna de winst voor Theotorne en daarmee het kampioenschap kon binnenhalen. (Theotorne – Schaakstad 3½-2½)

Zo eindigde een mooi seizoen in onze eerste en dus enige nederlaag. Een beetje pijn doet het wel maar we kunnen – na de promotie vorig seizoen – terugkijken op mooie schaakpartijen en goede resultaten. Dat smaakt naar meer in het volgende seizoen.

   Theothorne 1            1700 - Schaakstad Apeldoorn 6 1400 3½-2½
1. Piet Gommers            1811 - Pieter Leopold               ½-½
2. Cor Vrouenraets         1854 - Henk Scholten          1322  1-0
3. Henk Bergsma            1670 - Bert Ekkelboom         1436  ½-½
4. Dick van Rumpt          1689 - Aad de Bruijn          1512  ½-½
5. Harm Boertien           1678 - Ed Blankestijn         1354  0-1
6. Dick Vermeulen          1498 - Leendert Maris         1378  1-0

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.