Het uur U

We herkennen het allemaal en we hebben het ook allemaal wel eens meegemaakt in onze partijen. Gaandeweg ontwikkelt zich een idee, dat wordt een concreet plan en daar ga je naar toewerken. De beteren onder ons beginnen er al vóór de eerste zet mee, zeker als je weet wie je te wachten staat in de volgende ronde. Die voorbereidingen worden op het bord zet voor zet uitgevoerd en de tegenstander lijkt niets in de gaten te hebben. Die is natuurlijk ook bezig, met zijn ideeën en zijn plannen en de uitvoering daarvan. En heb jij dat wel door? En dan, na het nodige gemanoeuvreer, staan alle stukken daar waar je ze hebben wilt. Op de volgende zet kan de beslissende klap worden uitgedeeld. Althans, het begin daarvan. Denk je. Daar gaan we. Het is zover. Het uur U.

Martinus Nijhoff schreef Het uur U in 1936. Toevallig het volledige wereldkampioensjaar van Euwe maar dat staat er los van. Een prachtig gedicht vind ik, lang en met een soort onderliggende dreiging, die stapsgewijs wordt opgebouwd, als in een schaakpartij. Een geheimzinnige man loopt een straat in, verderop een aantal spelende kinderen, de man die doorstapt, de straat die steeds leger lijkt en dan, ja wat dan? Het is meer dan de moeite waard het gedicht te lezen, meerdere keren, het liefst hardop en met veel aandacht. En iedere keer ervaar je het net weer iets anders. De vloeiende cadans is prachtig. Fenomenaal hoe Nijhoff erin slaagt om zoiets moois in onze taal op te roepen. Het Nederlands staat niet echt bekend als heel elegant, maar met dit gedicht bewijst Martinus Nijhoff het tegendeel. Het begint zo:

Het was zomerdag.
De doodstille straat lag
te blakeren in de zon.
Een man kwam de hoek om.
Er speelde in de verte op de stoep
een groep kinderen, maar die groep
betekende niet veel,
maakte, integendeel,
dat de straat nog verlatener scheen.
De zon had het rijk alleen.

Behalve hem lezen kunnen we ook over Martinus Nijhoff heen rijden. Als brug over de Waal bij Zaltbommel. Die eer heeft hij te danken aan zijn sonnet De moeder de vrouw waarin hij naar Bommel gaat om de oude brug te zien. Dat was toen de nieuwe brug.

Het uur U kun je niet alleen in je eigen partij meemaken, maar natuurlijk ook als team. Met andere woorden, op welk moment tijdens de ontmoeting kun je zeker zijn van de winst? In onze ontmoeting tegen O&O 2 in de derde ronde was dat niet zo moeilijk om vast te stellen. Dat punt kwamen we vanzelf tegen. O&O staat overigens weer ‘op eigen benen’ evenals Denk en Zet uit Hattem. De onderlinge samenwerking is dit seizoen beëindigd. De allereerste externe wedstrijd ooit van een schaakvereniging uit Apeldoorn was van ASG tegen Oefening & Ontspanning uit Kampen. Wanneer? Nog geen honderd jaar geleden, in oktober 1923.1 Het omgekeerde zal niet het geval zijn want O&O is opgericht in 1849 en heeft er vast geen vierenzeventig jaar over gedaan voordat hun eerste externe contact plaatsvond. Beide teams waren de competitie in OSBO 2A gestart met een 6‒2 overwinning. Gevolgd door de kleinste nederlaag. Zij verloren van Pegasus waar wij van gewonnen hadden. En wij trokken aan het kortste eind tegen ZSG 3 dat een aanzienlijk lagere rating had dan wij. En O&O 2 heeft weer een hogere rating dan het Zwolse team. Met ons wederom als favoriet. Maar die rol lag ons tegen Zwolle niet echt. Kortom, voldoende bespiegelingen vooraf waarbij ik van plan ben om het woord ‘rating’ een tijdje uit te bannen.

De allereerste speelavond van onze reeds genoemde voorloper ASG was op vrijdag 11 december 1908. Na de oprichtingsvergadering een week daarvoor. En nu, op 6 december 2017, is het de 5687e clubavond na dat begin. Of zou ik er eentje naast zitten? Er zullen ook wel avonden uitgevallen zijn, vanwege feestdagen bijvoorbeeld. Of wereldoorlogen, om twee uitersten te noemen. De clubavonden van tijdelijk afgesplitste dissidenten en van de andere voorloper OG/SVA heb ik niet als zodanig meegerekend.

Wie van de zestien spelers zou na vanavond de grootste Sinterklaas blijken te zijn en wie de zwartste Zwarte Piet? Hoewel die laatste in sommige delen van de Randstad als een Spaans edelman wordt gezien. Het moet niet nog gekker worden. Bij een Spaans edelman denk ik eerder aan Don Quichot, de dolende ridder uit La Mancha. Die weet zich met de beste bedoelingen steeds weer belachelijk te maken. En dat laatste is dan weer de enige overeenkomst met die idiote activisten. Het lijkt hun beroep wel, activist zijn. Zou het soms goed betaald worden? En door wie? Zij zullen ook wel iets tegen schaken en dammen hebben want de helft van het materiaal is donker… B(l)ack to business: O&O heeft zwart op de even borden en Apeldoorn mag de activisten prikkelen op oneven.

½-½ ‒ Op het eerste bord ontmoet je vaak de sterkste speler. Zo niet, dan is er meestal sprake van een tactische opstelling. Dat is verboden in de Vlaamse LIC (Limburgse Inter Club) waar ik jaren heb gespeeld in het viertal van de Neerpelter Schaak Kring. Het moet altijd op volgorde van professor Elo. De beide kopmannen van vanavond hielden elkaar vrij snel op remise. In de analyse achteraf gebeurde meer dan op het bord.

1½-½ ‒ Aart behandelde de opening niet optimaal en kreeg een stevige aanval te verduren. En nog één, plus opnieuw, en een vierde keer. Nadat zijn tegenstander was uitaangevallen beschikte Aart ‘zomaar’ over een gewonnen positie. Dat klinkt eenvoudig, maar betekent de uitkomst van een solide verdediging.

2½-½ ‒ Ronald Vierhuis deed tegen André in een gelijke stelling vanuit het niets een stuk in de aanbieding en gaf meteen op.

3½-½ ‒ De Kampense teamleider en ik kregen een stelling die veel tactische mogelijkheden bood. Open lijnen, onbeschermde koningen, zware stukken waaronder de dame en een loper meer, voor hem. Maar ook een toren die verder buitenspel stond dan de mijne. Een kwaliteit meer dus, van het virtuele soort. Hoewel de laatste zetten een foutenfestival waren, lag het momentum aan mijn kant. De slotzet Dh2+ kostte hem de dame wegens de fraaie penning van de loper op f4.

Stelling na 32... Dh2+
Stelling na 32… Dh2+

Met deze stand kwamen we dichter bij het uur U. Frie en Frans stonden duidelijk beter, Jan onder druk en Erik onder zware druk. Beide laatstgenoemden als invallers voor Lex Cornelisse en Marco Beerdsen. De tussenscore werd behaald door de vier zwartspelers, zodat we met onze witten die activisten nog even konden jennen…

3½-1½ ‒ Erik kon zich niet onder de zware druk uit worstelen. Wout Ekkelboom rokeerde niet en ging met zijn pionnen als een raket op Eriks gerokeerde koning af. Als een raket wil zeggen zeer snel spelend en het lukte hem de stelling op te blazen.

4½-1½ ‒ De teamwinst werd op zijn Fries binnen gebracht, dat wil zeggen door Frie en niet uit Friesland. Een toren eindspel met pionnen a5 en b5 tegenover alleen a7 aan de ene kant plus ieder drie pionnen met de koningen aan de andere kant. En zijn actieve toren tegen de toren die steeds meer dreigingen moest pareren. Dat leidde tot winst van a7, met opgave.

5½-1½ ‒ Jan kreeg het voordeel van paard tegen slechte loper. Slecht wil zeggen dat de zwarte witveldige loper tegen zijn eigen pionnen stond aan te kijken. Na de niet goed te vermijden afruil kwam Jan niet alleen onder druk te staan, maar had ook drie kwartier meer gebruikt. Met zelf nog zo’n vier minuten. En bood daarom remise aan. Dat werd om dezelfde redenen afgeslagen (druk en meer tijd) maar vanaf dat moment begon Basilios Papoudis steken te laten vallen. Hij maakte het Jan te gemakkelijk om zetten te doen en als er van iedere tien seconden toevoeging er maar drie à vier gedacht hoeft te worden, neemt het saldo met zes à zeven seconden per zet toe. Fascinerend om te zien op de klok. Omdat er ook geen echt winstplan leek te zijn, wist hij zijn kleine voordeel te mishandelen tot een compleet verloren positie. En speelde nog een paar zetten teleurgesteld door alvorens op te geven.

6½-1½ ‒ Een totaal andere partij dan vorige keer. Toen als eerste klaar met verlies in twaalf zetten, nu als laatste met winst. In de stelling die ik voor het eerst zag, had Frans een loper tegen drie (of vier) pionnen. Die waren nog niet echt naar voren en dat is prettig. Vooral nadat daarvan nog één (of twee) sneuvelden. Frans wist net als het wortelstelsel van een boom de zwarte stelling binnen te dringen hetgeen de verdediging steeds moeilijker maakte. En na een afgedwongen onnauwkeurigheid kon met toren en dame over de zevende rij worden mat gezet.

De eer van de grootste Sinterklaas gaat naar Ronald Vierhuis voor zijn gulle en spontane gave, een vol stuk, op bord vijf. En aan zwarte pieten doen we niet, hoogstens aan zwartepieten in huiselijke kring. Dat lijkt me net zo’n werkwoord als zweefvliegen: ik zweefvlieg, jij zwartepiet, hij vliegt zweef, wij pieten zwart en zo verder. De uitslag is een klein succesje voor de activisten: zwart verslaat wit met 4½‒3½… De volgende ronde in het nieuwe jaar wacht ons Caïssa in Elburg, favoriet en waarschijnlijk koploper. Zij spelen de derde ronde pas op 19 december, in Zwolle tegen Pegasus.

 

1 Zie Historie Schaakstad Apeldoorn, 3. Van ASG naar A(p)SV en weer terug.

Resultaten

   Schaakstad Apeldoorn 4  1753 - O&O 2              1658 6½-1½
1. Cees Beekhuis           1868 - André van der Elst 1928  ½-½
2. Frie van Belle          1815 - Jan Kleijer        1692  1-0
3. Aart van de Peut        1790 - Barend Kamphuis    1660  1-0
4. Jan Walpot              1794 - Basilios Papoudis  1652  1-0
5. André Huis in 't Veld   1725 - Ronald Vierhuis    1536  1-0
6. Frans van Dijk          1717 - René de Wilde      1499  1-0
7. Bert Baas               1715 - Wil Kronemeijer    1638  1-0
8. Erik Buitenhuis         1602 - Wout Ekkelboom           0-1

Foto's


  • Nog twee partijen gaande
    Nog twee partijen gaande...

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.