Terugblik 2016–2017

Schaakstad Apeldoorn 4 is kampioen geworden van OSBO 3A en keert meteen terug na de degradatie in het vorige seizoen. Aanleiding voor mij, als speler van het team, om terug te blikken (met extra aandacht voor onszelf) en vooruit te kijken. We zijn overigens bij lange na niet de enige kampioen want 2, 3, 5 en 6 hebben hetzelfde gepresteerd. En zou 7 in de laatste ronde een halfje meer hebben gescoord, tja, dan was die extra melkkar van Henk Vinkes ook een ‘volle melk’ kar geweest. In zijn verslag van de kampioenswedstrijd van het tweede, bespeur ik overigens een licht verongelijkte ondertoon. Iets over (vergeefs) voordringen op de eerste kar, of zo… Terwijl ze als laatste kampioen zijn geworden…
Een datum voor de zegetocht door Apeldoorn, op twee platte karren dus, elke kar getrokken door twee witte en twee zwarte paarden, voorafgegaan door het voltallige symfonieorkest Caïssa met de triomfmars uit Aida en geflankeerd door politie te paard om de juichende mensenmassa’s in toom te houden, is nog steeds niet vastgesteld. Het overleg met het gemeentebestuur schijnt vastgelopen te zijn, er is sprake van een patstelling.

Teams: grootte en aantal
De derde klasse bestaat uit teams van zes personen tegenover achttallen in de tweede. En viertallen in de vierde. Van acht naar zes naar vier. Dus inkrimpen vergeleken met het vorige seizoen en niet zo weinig! Want behalve 4, waren 5 en 6 ook afgedaald. Vandaar het nieuwe team 7. Een rampseizoen in feite, dat gelukkig voor een deel werd goedgemaakt door de welkome promotie naar de hoogste KNSB (Meester) klasse door ons vaandelteam. Maar ja, team 2 was weer teruggegaan naar de derde klasse van de KNSB.

  Even een taalkundig zijsprongetje: let eens op hoe vaak de vooral verbale uitdrukking ‘maar ja’ wordt gebruikt. Geeft bijna altijd een tegenstelling aan met een voorafgaande opmerking, meestal negatief, maar ja, soms positief… En voor ‘ja maar’ geldt de tegenstelling in nog sterkere mate want in feite wordt daarmee ‘nee’ bedoeld. Kun je regelmatig horen in allerlei argumentatie. Mijn kleinkinderen zijn er ook heel goed in. Ja maar…

De grootte van de teams in de OSBO wordt periodiek beoordeeld en aangepast indien van toepassing. Dat komt niet zo heel vaak voor maar de tendens neigt naar afname, door de jaren heen. Ons team van zes had dit seizoen een basis van zeven personen. Handig wanneer iemand verhinderd is en als iedereen ‘kan’ is er dus één bye: een taak van teamleider Adriaan. De bye rouleert indien van toepassing. En er moet rekening worden gehouden met de OSBO-regel dat iedere vooraf aangemelde speler ten minste twee keer dient te spelen. Op straffe van puntenaftrek, ongeldige resultaten en wat dies meer zij. De kern van ons team bestond uit vijf man van het vorige seizoen (Adriaan, Frans, Henk, Lex en Marco) aangevuld met nieuw bloed, Bert en Frie. Mijn bloed is trouwens niet meer zo heel erg nieuw. Figuurlijk gesproken dan, want bloed wordt in ongeveer zes weken ververst in ons lichaam. Dus zijn we allemaal even jong wat dat betreft. Dat vind ik persoonlijk een heel aardige gedachte.

Rating
Qua teamrating waren we favoriet bij het begin van de eerste ronde, 1644 tegen 1626 van Denk en Zet O&O 3 als nummer twee. De onderlinge ontmoeting was meteen onze moeilijkste wedstrijd waarbij over en weer de nodige halve punten werden cadeau gedaan. Een gelijkspel zou niet gek zijn geweest, maar het laatste cadeau was een heel punt voor ons, waardoor we ternauwernood wonnen. Rating zegt veel maar natuurlijk ook weer niet alles, het is vooral een sterke indicatie qua winstkansberekening. Individueel behoorden Bert (1712), Lex (1709) en Frans (1695) tot de eerste vijf in onze klasse, bij de aanvang. Op één Erik Dekker (1880, Denk en Zet O&O 3, gewonnen van Frie) en op twee Tom Draisma (1746, Lelystad 1, verloren van Bert). Frie had nog geen rating, met zijn ‘kunstmatige’ clubrating van 1750 zou hij twee zijn geweest. Na de update van februari 2017 waren de eerste vijf: Erik Dekker (1880), Bert (1734), Tom Draisma (1731), Lex (1712) en Frans (1704). Na de laatste update van mei 2017 en dus na afloop van de competitie zijn de eerste zeven: Erik Dekker (1864), Frie (1815, mede en vooral door zijn inval resultaten in hogere teams), Antal van Ravensteijn (Pegasus 2, remise tegen Frie, 1764, nieuw), Tom Draisma (1744), Frans (1717), Bert (1715) en Lex (1697).

Uitslagen
Alle wedstrijden werden gewonnen met een totaal van 27 bordpunten. Op het maximum van 36 is dat 75%. Gewonnen werd 20 keer, gelijkgespeeld 14 keer en tweemaal verloren (door het nieuwe bloed).

Ronde Tegenstander Uitslag # Verslag
1 Lelystad 1 uit  5‒1 6e Terug van weggeweest
2 vrij
3 De Zeven Pionnen 2 thuis 5½‒½ 2e Zonder trommels en trompetten
4 Denk en Zet O & O 3 uit 3½‒2½ 4e Nipper erat!
5 Pegasus 2 thuis 3½‒2½ 5e Twee hondjes
6 VSG 3 uit 3½‒2½ 3e Brein
7 Meppel 4 thuis (in Epe)  6‒0 7e Het vierde vierde het

Persoonlijke resultaten

Bg   Score Perc. Ro Rc TPR W-We
1,2 Frie van Belle 6 – 3½ 58% 1595 1655 nvt
2,0 Bert Baas 5 – 3½ 70% 1734 1576 1726  0,031
2,7 Lex Cornelisse 6 – 4 67% 1712 1506 1630 -0,496
4,2 Henk Pruijssers 5 – 4 80% 1567 1341 1582  0,197
5,0 Adriaan den Hertog 3 – 2 67% 1589 1389 1512 -0,204
5,2 Frans van Dijk 6 – 5½ 92% 1704 1565 1960  1,088
5,2 Marco Beerdsen 5 – 4½ 90% 1642 1374 1740  0,430
Bg: bordgemiddelde
Ro: de eigen rating op de berekeningsdatum van de andere waarden, zijnde de rating van februari 2017. Waar de o voor staat weet ik niet, van own lijkt me heel aannemelijk.
Rc: de gemiddelde rating van de tegenstanders op de berekeningsdatum (de c van calculation date?). In plaats van Rc heb ik ook wel eens Rav gezien, av van average. Eveneens in gebruik is ARO, Average Rating Opponents.
TPR: Toernooi Prestatie Rating (Tournament Performance Rating), wordt berekend uit de eigen score en de gemiddelde rating van de tegenstanders (Rc).
W‒We: het verschil tussen de werkelijke score W (Win actual) en de verwachte score We (Win expected). Is gebaseerd op het rating verschil tussen de speler (Ro) en de gemiddelde rating van zijn tegenstanders (Rc). En omdat Frie nog geen Ro had op de berekeningsdatum, dus ook geen W‒We.

Resultaat per bord

Bord Score Perc.
1 6 – 4 67%
2   6 – 3½ 58%
3 6 – 4 67%
4 6 – 5 83%
5 6 – 5 83%
6   6 – 5½ 92%

De borden 4, 5 en 6 leverden het grootste deel van de punten: 15½ uit 18, slechts vijf remises werden afgestaan. En dus 11½ uit 18 door 1, 2 en 3.

Resultaat per Schaakstad-team

Team Klasse # Resultaten
1 KNSB Me 7e 7 punten uit 9 wedstrijden en 41 bordpunten uit 90 borden, gehandhaafd na promotie. Nico Zwirs is met 6 uit 9 topscorer van het team geworden en heeft daarmee tevens een IM-norm behaald.
2 KNSB 3C 1e 15 uit 9 en 46 uit 72, na degradatie, klasse topscorer: Marcel Boel 7 uit 9.
3 OSBO 1A 1e 10 uit 7 en 30½ uit 56, promotie dus naar de zaterdag, klasse topscorer: Jelle Bauer 6 uit 7.
4 OSBO 3A 1e 12 uit 6 (100%) en 27 uit 36, na degradatie, klasse topscorer: Frans van Dijk 5½ uit 6, Marco Beerdsen derde, 4½ uit 5.
5 OSBO 4G 1e 12 uit 6 (100%) en 20½ uit 24, na degradatie, klasse topscorer: Peter Grasman 5½ uit 6, Micha Ronner derde, 5 uit 5 (100%).
6 OSBO 4E 1e 10 uit 6 en 16 uit 24, na degradatie, klasse topscorer: Bert Ekkelboom 4½ uit 6, Henk Scholten derde, 4 uit 6.
7 OSBO 4F 2e 7 uit 6 en 14 uit 24, nieuw team, klasse topscorer: Ruud Meuleman 4 uit 6.
Beker KNSB    3e vorig seizoen uitgeschakeld in de poule (0 uit 1 en 1½ uit 4). In de poules het knock-out systeem waarna de vier poule winnaars om de titel strijden (gecumuleerd: 10 uit 6 en 18½ uit 24). Klasse topscorer: Thomas Beerdsen met 5 uit 6.

Opgeteld betekent dit 213½ punten uit 350 partijen (61%) door 55 spelers (Niet Opgekomen: 1 uit 1). Vorig seizoen 169 uit 356 (47,5%) ook door 55 spelers (NO: 0 uit 3). Het hogere percentage nu is logisch na de grootscheepse degradatie toen. Negen spelers nieuw ten opzichte van het vorige seizoen: Fred van Amersfoort, Bert Baas, Jelle Bauer, Maarten Beekhuis, Frie van Belle, Alexandr Fier, Erik Lichtenberg, Theo Meulmeester en Roeland Pruijssers. En omgekeerd ook, negen spelers vorig seizoen wel, dit seizoen niet: Cees Beekhuis, Rien Bos, Mark Brussen, Ap Ketting, Jan Kranenbarg, Chris Otto, Edwin Rouw, Marco Verdonk en Henri Vogelsang. Een verloop van ruim 16% dus.

Opmerkelijk

  • Team 2 verloor in de voorlaatste ronde van een team dat na de winst meteen zeker was van degradatie terwijl de verliezer er nog beter voor stond dan daarvoor. Nog anderhalf bordpunt was nodig om kampioen te worden en dat bleek geen probleem.
  • Team 3 eindigde als kampioen, een dag na publicatie van Het vierde vierde het, als vierde qua bordpunten. En de vier ontmoetingen tijdens de slotronde in Ede eindigden alle vier in 4‒4. En zij werden kampioen met driemaal winst en jawel, vier gelijke spelen. De werkelijkheid is dus nog gekker dan de fantasie van sommige stukjesschrijvers.
  • Frie van Belle, vaste speler van team 4, is vier keer ingevallen. In een hoger team uiteraard, want lager mag niet. Met een ½ uit 1 in team 2 en met 2½ uit 3 in team 3. Plus 3½ uit 6 in het ‘eigen’ team. Kortom, hij is drievoudig teamkampioen geworden in één seizoen. Uniek! Het zou me niet verbazen dat dit de eerste keer is in de Nederlandse clubhistorie. Hopelijk worden de drie recepties gelijktijdig in dezelfde kroeg gehouden… En hij mag met recht naast de koetsier op de bok van de eerste kar!
  • Het hoogste aantal externe wedstrijden per persoon dit seizoen is veertien. Door Thomas Beerdsen en Stefan Kuipers. Het bereiken van de beker finaledag was hier mede debet aan. Vorig seizoen was het tien stuks, door Marco en Thomas Beerdsen, Marcel Boel, Freddie van der Elburg, André Huis in ’t Veld en Nikolai Kabanof.
  • Team 7 gaf in de laatste wedstrijd het kampioenschap uit handen door de nipte nederlaag tegen naaste concurrent De Schaakmaat 4. Wel een Apeldoorns team kampioen, dat dan weer wel! Daar staat tegenover dat team 3 de plaats gaat innemen van De Schaakmaat 1 in de Promotieklasse, op zaterdag dus.
  • Het bekerteam vond vorig seizoen zijn Waterloo in Winterswijk tegen WSG in de eerste wedstrijd. Dit seizoen was de eerste wedstrijd weer in Winterswijk en nu werd wel gewonnen, hetgeen de opmaat was voor het behalen van de laatste vier. In de halve finale tegen de Kennemer Combinatie (na loting) en met het kleinste verlies aan het kortste eind getrokken. Daarna winst tegen De Stukkenjagers ‘van’ Herman Grooten. Dus derde. KC won na het landskampioenschap ook de beker.
  • In zeven van de acht klassen (inclusief beker) is een vertegenwoordiger van Schaakstad Apeldoorn topscorer geworden.

Volgend seizoen 2017‒2018
Het volgend seizoen wachten ons nieuwe doelstellingen. Waarom zou team 1 niet kampioen van Nederland kunnen worden? Het is bijvoorbeeld Eindhoven, Voerendaal, En Passant en zelfs VAS 2 (sic!) ook wel eens gelukt. En dan de vijf teams die kampioen zijn geworden en promoveren. Dat betekent ‘uitkrimpen’ naar grotere teams met de kans dat team 7 wordt gekannibaliseerd. Hadden ze ook maar kampioen moeten worden. Geintje, sorry!

Kortom, was 2015‒2016 een rampseizoen (ondanks die ene prettige promotie), 2016‒2017 is om in te lijsten met vijf kampioenen, handhaving op het hoogste niveau, een tweede plaats plus derde in de bekercompetitie. Lijkt me een aardig streven voor het komende seizoen: de teams 1 en 7 kampioen (indien 7 blijft bestaan) en handhaving door de vijf gepromoveerde teams. En omdat het bekerteam heeft bewezen derde te kunnen worden, ligt de eerste plaats ook binnen de mogelijkheden, denk ik dan optimistisch. Het is al eens eerder gepresteerd. Om met Roald Dahl te spreken: M’n liefje, m’n duifje. Inderdaad, wat wil je nog meer? Wel een beetje eigenaardige vertaling van Someone like you…

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.