Kampioen worden: is dat nu zo bijzonder?

Kampioen worden… het is toch wel bijzonder als je na een lang seizoen mag zeggen dat je het sterkste team van de desbetreffende klasse bent. Zonder naast onze schoenen te gaan lopen maakte het tweede team daar ook de meeste aanspraak op, temeer daar qua speelsterkte dit team al de boventoon voerde. Maar dan nog moesten er negen wedstrijden gespeeld worden om dat te bewijzen. En dat bewijs werd niet alle matches geleverd. Maar ondanks alles, eind goed al goed: het tweede team haalde ook het kampioenschap binnen. Ook! Want dan denk je als team van Schaakstad Apeldoorn weer eens een bijzondere prestatie neergezet te hebben… blijken er vier teams al eerder kampioen te zijn geworden in hun klasse! En dan denk je dat de zegetocht door Apeldoorn alleen voor ons bestemd zou zijn, nee hoor, we konden achteraan aansluiten om plaats te nemen op de boerenkar.

 
Lees verder…

Het vierde vierde het

Het vierde vierde het kampioenschap van de derde (neen, niet vierde) klasse op de vierde van de vierde na de wedstrijd tegen het vierde van Meppel. En na deze laatste ronde kunnen beide vierde teams de teugels laten vieren. Klus geklaard, het zit er op.

Nou en, hoor ik u denken, waar heb je het over, het is toch slechts de onderbond? Gelukkig zijn gedachten stemloos. En mocht er heel misschien heel wellicht eventueel een heel minieme kern van waarheid in zitten (natuurlijk niet) dan zijn van de zeven teams er zes het niet geworden en wij wel. Bovendien is het woord ‘slechts’ niet op zijn plaats, alsof de prestatie daardoor minder waard is. Mooi niet, kampioen is kampioen. Dat vieren gebeurde overigens op een heel ingetogen wijze, wij zijn niet van die uitbundige wildebrassen. Geen gezamenlijke dab, geen high five (neen, ook geen four), geen boks, niets van dat alles. Een waarderende blik, een goed gedaan jongens, dat soort dingen, maar wel blij! En die tattoo van teamleider Adriaan? Eerst zien, dan geloven.

Lees verder…