A.D. de Groot

Het denken van den schaker is het proefschrift waarop Adriaan de Groot in 1946 promoveerde tot doctor in de Wis- en Natuurkunde, cum laude. In 1965 vertaald als Thought and choice in chess en hij is er wereldberoemd mee geworden.

Geboren in 1914 was hij op jonge leeftijd al een goed schaker en werd in 1937 kampioen van Amsterdam. Ook speelde hij graag bridge. De Amsterdammer Max Euwe zal wel niet hebben meegedaan, die was bezig met de voorbereiding op zijn revanchematch met Aljechin. De Olympiade in Stockholm 1937 paste klaarblijkelijk wel in die voorbereiding en zo maakte De Groot met Euwe deel uit van het Nederlandse team. De anderen waren Landau, Prins en Van Scheltinga. Ook in Buenos Aires 1939 was hij van de partij, nu met Van Scheltinga, Prins, Cortlever en De Ronde. Hij scoorde in beide toernooien samen 18½ uit 32, +5, bijna 58%. En in 1968 won Adriaan de Groot nog het Daniël Noteboom-toernooi in Leiden. En daar doen geen patzers aan mee, het jaar daarvoor won Jan Timman bijvoorbeeld.

➔ Lees verder…